Art Update


aka

Roni Horn, De Pont, 01

Je zou het haast vergeten maar deze kunst is er ook nog! Roni Horn is een van die zeldzame kunstenaars waar de tijd geen grip op lijkt te hebben en die alleen om die reden al gekoesterd moet worden. Museum De Pont eert haar met een mooie, ingetogen tentoonstelling.
aka – afkorting van also known as – is de titel van het werk dat je welkom heet. Aan een lange schuine wand hangen, twee aan twee geordend, dertig portretten waarop de kunstenaar zelf in beeld komt. Foto’s uit alle fasen van haar leven, foto’s die een en dezelfde persoon laten zien maar die onderling zó verschillend zijn dat je, ook al weet je beter, nauwelijks kunt geloven dat dit waar is. Iedereen kent het verschijnsel wel maar zó extreem? Het is inderdaad zoals de titel suggereert: alsof ze in de loop van haar leven telkens weer een andere identiteit aannam, pseudoniemen koos die haar de kans boden om aan de wereld te ontsnappen en de regie in eigen handen te houden. Een suggestie die versterkt wordt door de redactie van de reeks, de ordening in paren en de subtiele bewerking en uitvoering.
Wie is de echte Roni?
Zodra je je realiseert dat de originelen min of meer willekeurige shots zijn, genomen door naasten en vrienden, neemt het verhaal een nieuwe wending. Dit is Roni die grip probeert te krijgen op de vervreemdende veelheid van gedaanten waarin zij in de loop van haar leven aan anderen is verschenen. Ze doet dit vanuit de persoon zoals die zichzelf van binnen uit ervaart, een gedaante die in al die jaren juist nauwelijks is veranderd. Anders gezegd: we kijken mee met een zelf dat een ik onderzoekt en uitdrukking geeft aan het verlangen één te zijn. Een verlangen dat iedereen kent en dat raakt aan de kern van het menselijke bestaan.

Roni Horn, De Pont, 02
Deze kant van het werk dringt zich gaandeweg zó sterk op dat al het andere secundair wordt. En daarmee min of meer inwisselbaar. Roni met zonnebril, Roni als ontevreden puber, Roni als mollig meisje in een kinderstoel: het zijn beelden die in elk fotoalbum te vinden zijn. De precieze details doen er weinig toe en iedereen legt er makkelijk zijn eigen herinneringen overheen. Het mooie is echter dat hoe verder we in dit proces van toe-eigening gaan hoe meer oog we krijgen voor dat deel dat onvervreemdbaar is, voor de constante die alle beelden verenigt, de Roni zoals ze altijd al was, die onafhankelijk van de tijd, de plaats en de omstandigheden, zonder het zelf te weten zichzelf is, en die zich voor jouw ogen ontpopt tot een unieke ziel.

Roni Horn, De Pont, 03
Hoewel ze van een totaal andere orde lijken sluiten de titelloze glassculpturen op het plein hier fraai bij aan. Híer is het unieke niet het resultaat van een kijkproces maar iets dat bij voorbaat is gegeven, zó krachtig zichtbaar dat je er meteen van in de ban bent. Toelichting is geheel overbodig. Waar je bij abstracte sculpturen nogal snel de neiging hebt om naar een titel of zaaltekst te zoeken, blijft die reflex hier uit. Je blijf vervuld van de pure ervaring van het kijken. Zelden kwam je dichter bij het ‘Ding an sich’.
Maar kijken we hier wel naar een ding? Hoe groot en massief de sculpturen ook zijn, gewicht lijken ze nauwelijks te hebben. Volgezogen met licht lossen ze op in de ruimte. Evenveel geest als materie, sprekend over hun innerlijke wezen.
Heeft de materie ook een ziel? Is de wereld áchter de werkelijkheid voor ons toegankelijk? En is die wereld kenbaar zonder taal? Ook die vraag is aan de orde. Titels ontbreken, maar wat zouden ze hier kunnen toevoegen? In hun woordloze wezen doen de sculpturen de taal verstommen.
De inrichting van de tentoonstelling draagt beslissend bij aan de kijkervaring, zó sterk krijg je het zelden te zien. Die lange schuine wand doet denken aan de perspectivische illusies waar barok-architecten als Bernini en Borromini zo dol op waren. Meanderend van wolhok naar wolhok zoek je je weg in een steeds smaller wordende ruimte om met des te meer effect uit te komen op het grote plein. Eerst wordt je opgenomen in een beeldwereld waarin het vanuit telkens weer verschillende invalshoeken gaat over de manier waarop beeld en taal bemiddelen tussen het zelf en de wereld, tussen de innerlijke en uiterlijke gedaante van het bestaan. Door deze laatste op licht subversieve wijze op losse schroeven te zetten schept de kunstenaar ruimte voor een mogelijk nieuwe ervaring. Iets dat ze vervolgens helemaal waar maakt als ze je met haar glassculpturen het gevoel geeft getuige te zijn van de schepping zelf, maar dan in zijn allereerste fase toen de geschiedenis nog geen grip op de wereld had, de elementen nog niet gescheiden waren en het bestaan nog was gevrijwaard van alle vragen en bekommernissen.

Roni Horn, Museum De Pont, Tilburg, tot 29 mei