Zelden zoveel glunderende hoofden bij elkaar gezien, je kon erover lópen! Zou het de kunst zijn die dit doet? Of speelt ook iets anders? Eén ding is zeker: geen plek ter wereld waar meer welvaren samenkomt dan in Basel tijdens de vier dagen van ’s werelds grootste kunstbeurs. En dat merk je aan alles, van een glas water van zes euro tot een print van honderdtachtigduizend.
Maar hoe zou het ook anders kunnen? Er is maar één topbeurs en daar wil iedereen naar toe. En die print is een geweldig werk dat hoog op het verlanglijstje van menig museum en verzamelaar staat. Wie zou er zijn bezoekers niet mee willen betoveren?
Het is in de kunst niet anders dan in de rest van de wereld. Ook hier gelden de wetten van de schaarste. Zoals dat er altijd veel meer verlangen en geld is dan visie of smaak. Dat er geen grens is aan kwaliteit en dat alleen het allerbeste de rol toekomt ons werkelijk te vervoeren. Zoals die print van Wolfgang Tillmans bijvoorbeeld, zo’n drie meter hoog, volkomen abstract en toch vol leven, intens van kleur en op een wonderlijke wijze het beste van fotografie en schilderkunst verenigend.

Mark Manders, 2011-15, Room with Unfired Clay Figures
Of de kleisculpturen van Mark Manders, nog zo’n topper. Te koop bij Zeno X uit Antwerpen, naar verluid voor anderhalf miljoen. Prijskaartjes hingen er niet bij maar het zou me niets verbazen. Geweldig werk, mysterieus en fascinerend. Alleen al hoe die koppen de tijd weerstaan en de hele kermis om hun heen reduceren tot ijdele druktemakerij. Kunst waar je niet omheen kunt, ook niet als je er niet zo veel me ophebt.
Waar zie je dit?
Met groeiende verwondering laat je je meevoeren. Alles bekijken is onmogelijk en het is vooral ook zaak om je antennes goed af te stellen. Zeker als je ook for business en niet alleen for pleasure bent gekomen.
Op de hoofdbeurs valt het meeste sowieso af. Daar ga je vooral heen voor het spektakel van de grote sterren. Zelden dat je er nog werk vindt dat én betaalbaar én relevant is.
Als koper/verzamelaar van jonge, hedendaagse kunst moet je het hebben van de side events, de twee bijbeurzen die elk op zich trouwens ook weer une mer à boire zijn. De eerste, Volta, kun je wel weer schrappen: veel light art en weinig substantieels. Kunst voor boven de bank. Blijft eigenlijk alleen Liste over, de beurs voor ambitieuze galeries die de grenzen opzoeken en veelal met jonge kunstenaars proberen te scoren. Zoals Kraupa-Tuskany Zeidler met Andrea Crespo: 24, vrouw/man, New York, op een even lucide als indringende wijze bezig met kunst die sociale media en biotechnologie inzet voor het onderzoek naar een nieuwe seksuele identiteit. Geestrijk, spannend en 100% van nu.