
Jaume Plensa, Together, 2015
Wandelend door Venetië realiseer je je eens te meer hoe uniek de Biënnale is. Wat de formule vooral ook zo aantrekkelijk maakt is dat er zoveel verschillende visies en belangen bij elkaar komen. Behalve de centrale tentoonstelling zijn er de tientallen landenpresentaties en de collatoral events, podia waar ver uiteenlopende politieke en economische belangen in het spel zijn en die zich bij voorbaat aan de centrale regie onttrekken. Waar andere grote kunstevenementen als de Documenta meer en meer in de greep zijn gekomen van het politiek correcte denken van verantwoordelijke overheden, blijft ‘Venetië’ primair een marktplaats waar ieder zijn eigen handel komt uitventen. Alle pogingen die ook hier worden ondernomen om grip op het geheel te krijgen ten spijt.
En dan is er natuurlijk ook nog de oude havenstad zelf, al zo’n duizend jaar lang hét kosmopolitische centrum van de wereld, vroeger vooral als de poort naar het oosten, nu als een van de hotspots van de internationale kunstwereld. Met al die palazzi en kerken die elk afzonderlijk weer een museum zijn, biedt het een ideaal decor voor cultuurhistorische bespiegelingen, een uitdaging waar menig kunstenaar elke editie weer gretig op ingaat.

Simon Denny, Secret Power, 2015
Nieuw-Zeeland in de Marciana
Vraag me niet wat er allemaal bij komt kijken maar je kunt dus ook de beschikking krijgen over een zaal in de bibliotheek van San Marco. Ook als je een relatief kleine speler als Nieuw-Zeeland bent. De Marciana is de oudste openbare bibliotheek van de westerse wereld, recht tegenover het Dogenpaleis, de trots en de glorie van de republiek die in de vroege zestiende eeuw op de toppen van haar macht en rijkdom was en zich hier toonde als vrijhaven van het moderne denken, ondergebracht in het speciaal voor dit doel ontworpen gebouw van Jacopo Sansovino, met een van de rijkste en oudste collecties überhaupt.
Secret Power is de titel van de installatie waarmee Simon Denny verslag doet van zijn groots opgezet onderzoek naar de dwarsverbanden tussen de beeldtaal van strips en games, de big brother-praktijken van overheden, de hightechindustrie en het internet. In vorm en functie rijmend met de schappen en kasten van het museum staan Denny’s glimmende vitrines als de serverkasten van een datacentrum in de ruimte. Kennis en informatie, de wijze waarop deze wordt vergaard en bewaard en vooral de macht die er aan ontleend wordt, het thema speelde altijd al maar heeft met Edward Snowden en de afluisterpraktijken van de NSA een nieuwe lading gekregen. Denny maakt dat op een indringende maar soms bijna ook hilarische wijze voelbaar.

Jaume Plensa op San Giorgio
Als bijna perfecte tegenhanger nodigt het werk van Jaume Plensa op het eiland van San Giorgio aan de overzijde van het water uit tot stille beschouwing. Kunst die staat voor een heel andere ervaringswereld maar die evengoed helemaal van nu is.
Plensa is vooral bekend van zijn bijdrage aan het Millennium Park in Chicago (zie ook Floating Images). Net als daar toont hij zich ook in Palladio’s kerk als een kunstenaar die, buiten ieder instituut en iedere leer om, zijn werk in dienst stelt van het spirituele leven. Zijn koppen zijn zinsbegoochelende kijkobjecten, even verfijnd als doorwrocht zowel in uitvoering als in thematiek. Naar wie kijk ik eigenlijk? Hoe kan ik hem of haar plaatsen in deze tijd, in onze wereld? Wat is het geslacht, het ras? Mocht je aan een zwarte vrouw denken dan wordt dit weer resoluut tegengesproken door het witte marmer van de rij soortgelijke koppen even verderop in de Officina. Wat er hier ook bijkomt is de vraag: is het sculptuur of een projectie? Dat alleen al, dat een beeldhouwer, werkend in een klassiek materiaal als marmer, erin slaagt om zijn beelden vrijwel volledig te ontdoen van iedere tastbaarheid. Heel sterk.
Dansaekhwa
Weer terug in de stad wacht, vlak bij de Accademia in een palazzo aan het Canal Grande, een mooie tentoonstelling van Koreaanse kunst uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Schilderijen en sculpturen van een weldadige soberheid en rust, ontdaan van elke verwijzing, wars van elk streven, een met hun eigen zijn.
Dansaekhwa is de naam van een beweging die, in reactie op de heersende academische traditie, monochrome kunst propageerde en daarmee aansluiting zocht bij de internationale ontwikkelingen, met name de minimale kunst. Tegelijkertijd streefde de groep naar het eerherstel van het eigen Koreaanse culturele en filosofische erfgoed.

Joâo Louro, Palazzo Loredana, 2015
Het Portugese paviljoen in het Palazzo Loredan
Menig paviljoen in de stad is ondergebracht in een fraai historisch interieur. Zo ook dat van Portugal in het Palazzo Loredan aan de Campo San Stefano. Een imposant gebouw, van binnen nog meer dan van buiten. João Louro kreeg er de beschikking over de bibliotheek op de eerste verdieping. Beter kan een taalkunstenaar als hij het zich toch niet wensen? Louro presenteert werk dat zich niet zomaar gewonnen geeft maar dat wel beklijft. Neem de foto van wachtende chauffeurs op een vliegveld. Met als achterste een informeel geklede man die een bordje met ‘Walter Benjamin’ hooghoudt. De beroemde cultuurfilosoof zou er de humor wel van hebben gezien. En meer dan dat.

Binelde Hyrcan, Cambeck Voitures, 2013
Angola
Het zal in werkelijkheid wel een stuk ingewikkelder zijn maar als je wilt inschatten wat de kunst van een land voorstelt dan lijkt me de combinatie van inwonertal en bnp geen slechte maat. Portugal zal op die schaal niet erg hoog scoren maar kan zich in Venetië met de besten meten. Voor veel kleine landen, en zeker de nieuwkomers, geldt iets dergelijks. De Biënnale biedt hen een podium dat nergens anders voorhanden is. Angola was in 2013 een van de verrassingen en is ook nu weer met een sterke show present. Inwonertal en bnp zeggen niet alles. Economische dynamiek is minstens zo belangrijk en die is in Angola indrukwekkend. Wat niet wegneemt dat het land kampt met grote sociale en politieke spanningen. Veel inwoners leven een verloederd bestaan en dromen van een toekomst in Brazilië, een andere voormalige Portugese kolonie. De video die Binelde Hyrcan maakte van vier jongetjes op het strand, Cambeck Voitures, is een absolute must see.
Timothy Taylor en Sean Scully, Michael Werner en Peter Doig
Dat ook het grote geld weer van zich doet spreken zal niemand verbazen. De cynicus zou de Biënnale van Venetië kunnen zien als een fraaie façade voor een handel waarin kunst de prooi van platte poenigheid is. Feit is dat de aanwezigheid van de internationale jet set voor een aantal grote galeries aanleiding is om flink uit te pakken. Doordat ze hun shows hebben ondergebracht in het officiële Biënnale-programma wordt op slinkse wijze verdoezeld dat het hierbij feitelijk om verkooptentoonstellingen gaat. Een laakbare praktijk die het imago van de Biënnale zeker schaadt en ook de rol van Okwui Enwezor in een troebel licht plaatst.
Wat allemaal natuurlijk niets zegt over de kwaliteit van het gebodene. Alhoewel?
De proof of the pudding is in dit geval in the looking. Op naar het palazzo Falier dus waar galerie Timothy Taylor een grote show van recente schilderijen van Sean Scully heeft ingericht. ‘Land Sea’ is de veelbelovende titel.
Voor Peter Doig in de Fondazione Bevilasqua La Masa in het Palazzetto Tito geldt hetzelfde. Iets jonger dan Scully, dat wel, maar toch ook al een grootheid van weleer. Michael Werner is hier de galerist die aan de touwtjes trekt en ook nu weer gaat het om nieuwe werken van een grote en gevestigde naam. Handel dus.
Filip Markiewisz voor Luxemburg
Paradiso Lussemburgo is de opgewekte titel van de totaal unverfroren, geestrijke, naïeve én intense presentatie die Filip Markiewisz namens het groothertogdom heeft ingericht. Hier geen enkele poeha, geen intellectuele distantie en al helemaal geen machinaties van het grote geld. Of het topkunst is kun je je afvragen, maar recht uit het hart komt het zeker. En is in onze wereld een zekere onhandigheid niet juist ook een kwaliteit?
Het werk staat voor een jonge generatie die alles wat groot is wantrouwt – bedrijven, instituties, overheden – en zelf het heft in handen neemt. Die getuigt van een groot engagement maar alle ideologische kaders afwijst. En die vooral ook zoekt naar een nieuwe gemeenschappelijkheid.

Edward Burtynsky, Manufactured Landscape, 2013
Estland, Montenegro, Cyprus en Azerbeidzjan
Ver lopen is het niet meer: de paviljoens van Estland, Montenegro, Cyprus en Azerbeidzjan liggen vlak bij elkaar. Alle vier de presentaties zijn zeer de moeite waard en laten totaal verschillende posities zien. Wat hen verenigt is dat ze relatief kleine, jonge naties in beeld brengen, die vanuit een nogal getroebleerde geschiedenis en met een onzekere toekomst hun plaats zoeken in de wereld.
In het paviljoen van Estland wordt het verhaal vertelt van oorlogsheld, familievader en kolchozevoorzitter Juhan Ojaste, die ten val kwam nadat hij als homo werd ontmaskerd en vervolgens in duistere sferen terecht kwam. Indringend en mooi.
De bijdrage van Montenegro is ronduit heftig. Oorlogsgeweld en nationale cq religieuze identiteit zijn hier het onderwerp. Cyprus is met een heel ingetogen, compacte installatie present. Bij Azerbeidzjan gaat het juist weer alle kanten op en lijkt iedere regie te ontbreken. Milieu en natuur zijn hier het onderwerp met zeer diverse bijdrage van zowel grote internationale namen als onbekende jonge kunstenaars. Met als een van de toppers: Edward Burtynsky’s Manufactured Landscapes. Heel mooi.
La Biennale di Venezia – 56th International Exhibition, tot 22 november