Venetië 2022
Iedere Biënnale levert beelden op die niet makkelijk meer uit de herinnering zullen verdwijnen. Zo ook die van dit jaar. Een aantal kandidaten kan ik nu al noemen: Simone Leigh’s Brick Portrait in de Arsenale, de schilderijen van Kehinde Wiley in de Fondazione Cini, de videoinstallatie van Melanie Bonajo in de Santa Maria della Misericordia, de Kiefer-tentoonstelling in het Palazzo Ducale, het jongetje in de autoband van Francis Alÿs.

Maar wat zegt dit? Zijn dit dan ook de werken die het er echt toe doen? Net terug van Venetië probeer ik grip te krijgen op de beeldenvloed waar ik een week lang in was ondergedompeld. Wat heb ik nou eigenlijk allemaal gezien? Wat was de kwaliteit van het gebodene? Wat waren de grote thema’s? En vooral ook: is er een verhaal dat alles verenigt? Of was het juist de verscheidenheid die het ‘m deed?
Allebei zou ik zeggen. Is dat niet ook wat de Biënnale zo aantrekkelijk en zo uniek maakt? Dat het een scherp getekende en veelkleurige afdruk van de tijd is, maar tegelijkertijd een evenement waar zoveel partijen aan zet zijn dat iedere eenduidigheid bij voorbaat is uitgesloten?
Waar staan we?
Maar toch, één ding was in Venetië alom voelbaar, niet overal en altijd even sterk maar wel als onderliggend motief: het besef dat de oude weg niet meer verder voert. De oude weg dat wil zeggen die van de westerse cultuur met zijn nadruk op vooruitgang en autonomie, op intellectuele distantie en nuttigheidsdenken, op zelfverwerkelijking en competitie, kortom: de wereld waarin de blanke, mannelijke elite al vanaf de verlichting de toon zet. Die wereld is op een eindpunt aanbeland, fysiek én mentaal. Niemand die er nog omheen kan.

Een notie die we hier, voorafgaand aan onze verkenning van de Biënnale, aan moeten toevoegen is deze: de in onze dagen opnieuw oplaaiende strijd om kwesties als abortus, vrijheid van onderwijs en homorechten laat zien hoezeer de culture war zich toespitst op ethische kwesties. De klassieke tegenstellingen van de klassenmaatschappij hebben plaats gemaakt voor de strijd om waarden. Zowel in de VS als in Europa proberen conservatieve groepen terrein te heroveren dat in de late twintigste eeuw verloren ging. Zij staan diametraal tegenover progressieve bewegingen als #MeToo, BLM en het LHBTI-activisme, groepen die de morele en psychische grondslagen van de westerse wereld tout court ter discussie stellen en hun pijlen met name richten op de kwetsbare ziel van de gevestigde orde: de wankele, op angst en repressie gebouwde blanke, mannelijke hetero-identiteit.
Dat een opvallend groot aantal landen brengt werk van kunstenaars die voortkomen uit of verbonden zijn met de LHBTI-beweging moet in dit licht worden bezien: Nederland, Portugal, Engeland, Oostenrijk, Nieuw-Zeeland, Roemenië, ze nemen allemaal radicaal stelling in het debat. Andere landen deden dat eerder al, Zwitserland in 2019 of Duitsland in 2017.
Wat zegt dit over de rol van kunst in samenleving en politiek? Is de culturele elite inderdaad ‘links’ georiënteerd. Of is ‘rechts’ simpelweg niet geïnteresseerd en ziet ze de hedendaagse kunst niet als een geschikt podium?
Ook de centrale tentoonstelling staat in het teken van een fundamentele cultuurkritiek, zij het dat de thematiek hier gelaagder is. Een van de centrale thema’s is ‘het vrouwelijke’. Curator Cecilia Alemani brengt dit in beeld als een culturele onderstroom die altijd al toonde als een subversieve kracht gericht tegen het patriarchaat. Een nonconformistische, of althans niet strikt geformuleerde, maatschappelijke cq seksuele identiteit, was daarbij van meet af aan een wapen in de strijd.
The Powers That Be
Dat het tij is gekeerd wil niet zeggen dat de gevestigde orde uit beeld is. Zoals gezegd: in Venetië zijn alle mogelijke spelers aan zet, grote en kleine, publieke en private. Een van de grote thema’s van nu is de verwijdering tussen de laatste twee. Waar de publieke partijen steeds vaker een politieke agenda laten prevaleren, krijgen de grote commerciële spelers steeds meer de rol van hoeders van de kunst, for better or worse. Voor hen is de Biënnale bij uitstek het evenement waarop ze hun sterren in de etalage kunnen zetten. Wat altijd weer een aantal interessante en soms ook spectaculaire tentoonstellingen oplevert. Groots opgezette en professionele shows waarmee de liefhebbers onder de bezoekers van het veel ‘moeilijkere’ hoofdevenement worden verleid om van ‘echte kunst’ te genieten.

Neem het werk van Anselm Kiefer in het Palazzo Ducale. Bij gelegenheid van de zestienhonderdste verjaardag van de republiek – die overigens al anderhalve eeuw geleden ophield te bestaan – werd de Duitse grootmeester uitgenodigd om de Sala dello Scrutinio aan een radicale remake te onderwerpen. Een samenwerking van de stad met Gagosian, de grootste galerie ter wereld. Met een meer dan indrukwekkende tentoonstelling als resultaat. Alleen al vanwege het decor: weinig podia waar Kiefer’s betekeniszwangere, mythische beeldtaal beter op z’n plek is dan hier.
Toch bekruipt je al gauw ook twijfel: is dit nog wel de kunst waar onze tijd op zit te wachten? Wat kunnen we überhaupt nog met epische vertellingen als deze? Zeker als ze met zoveel vertoon wordt opgediend. Waar Kiefer’s duister-heroïsche ensceneringen altijd werkten als een louterende confrontatie met foute krachten, lijken ze hier te zijn verworden tot megalomane retoriek. Als je alleen al bedenkt wat er aan geld, middelen en connecties bij komen kijken om een dergelijk project mogelijk te maken!
Maar ook dát is het verhaal van de Biënnale, dat van de tweejaarlijkse hoogmis van de hedendaagse kunst, het evenement dat als geen ander de vinger aan de pols van de tijd houdt, maar dat tegelijkertijd de speeltuin is van the powers that be.

Ook de Collection François Pinault is uiteraard weer van de partij, en hoe!. De stichting grijpt iedere Biënnale aan voor een grote tentoonstelling gewijd aan een van de big shots uit de collectie. Wie herinnert zich niet de spectaculaire, fel omstreden show van Damien Hirst in 2017!
Dit jaar is Marlene Dumas aan de beurt, al vanaf de jaren negentig een wereldster en een van dé iconen van de hedendaagse kunst. Open-end is de titel van haar solo in het Palazzo Grassi, volgens menig recensent een van dé, zo niet hét hoogtepunt van Venetië dit jaar.
Vreemd hoe dit werkt. Terwijl beide kunstenaars exponenten zijn van dezelfde tijd en dezelfde orde, lijkt de een – Kiefer – passé terwijl de ander – Dumas – juist aan actualiteit heeft gewonnen. Niets is eenduidig. Of zou het zijn dat Dumas vrouw is?
When the body says Yes
Een van de spraakmakende werken op de Biënnale – de internationale pers schonk er ruim aandacht aan, lovend én afwijzend -, is de videoinstallatie van Melanie Bonajo in de Santa Maria della Misericordia: When the body says Yes. Een werk dat even uitdagend als confronterend is, waar heel wat tegen in te brengen is, maar dat, op momenten, onweerstaanbaar is in zijn uitvoering.
Met een heilig vuur – de locatie voegt hier nog het zijne aan toe – worden de zegeningen van een pure, lichamelijke sensitiviteit uitgedragen als dé verlossing uit de knellende banden van ons burgerlijke bestaan. Middels de totale acceptatie van het eigen lichaam en de liefdevolle omarming van de ander wordt een erotiek beleden die is ontdaan van begeerte of bezit.
Zoals gezegd: de reacties waren verdeeld. Waar de ene recensent zich door de kuise orgie van kronkelende, geoliede lichamen liet meeslepen, kreeg de ander er ernstig de kriebels van.
The Milk of Dreams

Maar we komen natuurlijk in de eerste plaats voor het hoofdevenement, de centrale tentoonstelling in de Arsenale en de Giardini. The Milk of Dreams is de titel, ontleend aan het werk van Leonora Carrington, een Engels-Mexicaanse kunstenares die deel uitmaakte van het surrealisme, de beweging die in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog wereldwijd de toon zette.
Curator Cecilia Alemani brengt het surrealisme in beeld als een stroming die in tijd en ruimte veel breder was dan de groep die André Breton in de jaren twintig om zich heen verzamelde. Gaf de beweging met zijn nadruk op het intuïtieve en het irrationele niet bij uitstek ook uitdrukking aan een typisch vrouwelijke verbeeldingskracht? En is het niet de hoogste tijd om de canon op dit punt te corrigeren?
Zeker, maar er is meer. Opgezet als een ‘transhistorische’ tentoonstelling suggereert Alemani tegelijkertijd de mogelijkheid van een kunstgeschiedenis zonder indeling in perioden en stijlen, ontdaan ook van het traditionele vooruitgangsdenken. Daarvoor in de plaats een thematische opzet die de blik opent voor krachten die door alle tijden heen werken.

De filosofie die hieraan ten grondslag ligt is die van het post-humanisme, een actuele denkrichting die fundamentele vraagtekens stelt bij het erfgoed van humanisme en verlichting en die reflecteert op de mogelijkheid van een nieuwe, open en evenwaardige verhouding tussen mens, natuur en aarde.
Een van de kernnoties ervan is dat we ons moeten zien los te maken van een denk- en voorstellingswereld gebouwd op binaire tegenstellingen – natuur-cultuur, man-vrouw, reëel-virtueel -, om ruimte scheppen voor fluïde, niet-hiërarchische, modellen waarin identiteit een open propositie is.
Mét alle kanttekeningen die je erbij kunt maken: Alemani’s tentoonstelling werkt heel sterk! Wars van alle beleerzucht, evenzeer getuigend van kennis als van smaak, voert de curator je met vaste hand door een rijke en vaak ook verrassende expositie. Kunst uit alle tijden samengebracht te zien onder één noemer nodigt uit tot een nieuwe, open manier van kijken. Heel bevrijdend om je niet om duidingen van stijl en tijd te hoeven bekommeren. Het vrouwelijke als de sensitiviteit van invoelbaarheid en levensnabijheid, van intuïtie en tactiliteit, van het fantastische, het spirituele en het mystieke? En dat als antwoord op de eeuwenoude westerse, blanke, mannelijke dominantie? Op de ingetogen en intelligente wijze waarop Alemani dat doet: zeker!
De Biënnale van 2022 is een niet mis te verstane en welkome poging om aan het verhaal van onze wereld een fundamenteel nieuw perspectief toe te voegen. En daarmee lagen te openen die er altijd al waren maar die te lang uit het zicht zijn gebleven.
De paviljoens
Waar op de centrale tentoonstelling een filosofisch-poëtische toon heerst, klinkt in de landenpaviljoens de veel luidere stem van het activisme. Tegenover het post-humanisme van Alemani staan hier actuele thema’s voorop als racisme, inclusie en genderidentiteit. Dit geldt zeker voor een aantal van de westerse landen. We hadden het er al over.
Meer nog dan elders dringt zich hier de vraag op: kan kunst bijdragen aan een betere wereld? En zo ja, hoe? Niet rechtstreeks, zoveel is duidelijk, maar hoe dan wel? Wat neem je mee van de indringende maar ook ‘moeilijke’ presentatie van Sonia Boyce in het Britse paviljoen? Wat maakt de bijdrage van Zineb Sedira namens Frankrijk zo sterk en zo hartverwarmend? Waarom roept Simone Leigh in het Amerikaanse paviljoen zowel bewondering als twijfel op? En ook: waarom heeft niemand het over de verstilde, precieze en heldere presentatie van Maria Eichhorn in het Duitse paviljoen?
Kehinde Wiley
Ook op de tentoonstelling van Kehinde Wiley in de Fondazione Cini gaat het over actuele thema’s – racisme en kolonialisme – en ook hier neemt een kunstenaar scherp stelling tegen de gevestigde, blanke orde. Alleen: waar de meeste landenpresentaties zich conformeren aan het protocol van politieke correctheid is bij Wiley van braafheid niets te speuren. Heel verademend!

Wars van iedere bescheidenheid bedient de kunstenaar zich ongegeneerd van een verleidingsesthetiek die zó sterk werkt dat er een waarde-omkering plaatsvindt: het platte wordt diep. Geen enkel effect wordt geschuwd, de beelden zijn een opeenstapeling van cliché’s, maar het onderwerp is zó doordacht, het concept zó consequent, de uitvoering zó overtuigend dat je als toeschouwer niet anders kunt dan je te laten meevoeren. Om terecht te komen in een fascinerend betekenisweb waar je nog lang mee bezig blijft
Een blik in de breedte
Een bespreking van de Biënnale gaat, al of niet expliciet, altijd ook over de tentoonstellingen en evenementen die niet aan de orde kunnen komen. Hoe kan het ook anders? Met een centrale tentoonstelling met meer dan tweehonderd kunstenaars, met tachtig apart gecureerde en gefinancierde presentaties van de deelnemende landen, met zo’n dertig collateral events – aan de Biënnale gelieerd maar apart door derden ingericht – en daarnaast nog de geheel losstaande tentoonstellingen zoals die van de Collection Pinault of de Fondazione Prada, is elke poging om het geheel recht te doen bij voorbaat ijdel.

Als voorbeeld de tentoonstelling van Anish Kapoor in de Galleria della Accademia en het Palazzo Priuli Manfrin. Op zich al reden voor een bezoek aan Venetië! Nog enkele tentoonstellingen die ik wel bezocht maar waar ik verder niet op inga: Bosco Sodi in het Palazzo Vendramin Grimani, Claire Tabouret in het Palazzo Cavanis en de wederom zeer interessante tentoonstelling van Parasol Unit in het conservatorium.
The Problem With Art
Terug naar Melanie Bonajo in het kerkje in Canneregio. En naar een probleem waar veel kunst van nu voor staat is: hoe kun je de goede zaak dienen zonder jezelf teniet te doen? Punt is dat zodra je als toeschouwer krijgt voorgezegd wat je moet denken, er voor de verbeelding weinig ruimte meer overblijft.
Het werk van Bonajo laat zien hoe dit werkt. Alle kracht die de beelden hebben – en die is er wel degelijk – gaat teloor aan geloofsijver en heilsverwachting. Alles staat in dienst van die ene, allesomvattende boodschap. En die wordt op zo’n dwingende toon gebracht dat je als kijker meteen in de knel komt.
Bonajo staat niet alleen. Het probleem speelt ook bij andere landenpaviljoens: dat van Schotland bijvoorbeeld, of ook de Verenigde Staten. In minder mate, maar toch. De behoefte om uit te leggen zit ook hier de kunst in de weg. Een evenwichtsact die blijkbaar moeilijk is te volbrengen.

De Biënnale als geheel echter laat zien dat het wel degelijk kan. En dat áls het lukt, er verrassende, nieuwe perspectieven kunnen ontstaan. Venetië 2022 is één grote uitnodiging om vastgeroeste kaders te doorbreken. Maar daarbij is het evenement in de eerste plaats een indrukwekkend eerbetoon aan de kracht van de verbeelding en de vrijheid van denken die hiervoor nodig zijn.