
Vanaf juli is hij er al mee bezig en ik begrijp dat het eind januari af moet zijn. Wat het precies gaat worden is nog niet duidelijk. Het enige dat we hebben is een titel – Bactrius (?) – én de muurtekening zelf die inmiddels steeds duidelijker gestalte krijgt. Nadere informatie is niet voorhanden, noch van de kant van de kunstenaar, noch van het museum. Ja, dat het een typisch project van Bram Hermens is, die al eerder in Eindhoven aandacht trok met grote muurtekeningen. En dat de kunstenaar op zoek is naar de werkelijkheid achter de actualiteit door foto’s van nu te verbinden met de schilderkunst van vroeger.

Maar ook zonder dat we precies weten waar we naar kijken valt er in Het Oog van het Van Abbemuseum heel wat te beleven. Alleen al de ruimte. Alsof je een blik werpt in het atelier van de negentiende eeuw. En getuige bent van de productie van een van die ‘grandes machines’, d.w.z. historische scènes, waarmee schilders toen naam maakten. Formaat en stijl van het werk sluiten hier naadloos bij aan. Meer dan levensgrote figuren die zo weggelopen konden zijn uit de oriëntaalse stukken van een schilder als Jean-Léon Gerôme. Veel adelaren en leeuwen ook, de tijdloze symbolen van staatsmacht. Dat alles in de beste academische traditie.

Op een tafeltje voor het venster liggen twee boeken. Klaarblijkelijk bedoeld als instructie voor de toeschouwer. Eén met foto’s van Afghanistan gemaakt door Magnumfotografen en één over Hellenistische beeldhouwkunst. Iets verderop zien we Bram Hermens bezig met een scène die zó van het NOS-Journaal geplukt zou kunnen zijn: een groep mannen met tulbanden bewapend met raketwerpers.

Wil de kunstenaar ons voorhouden dat er niet veel nieuws onder de zon is? Dat ook wij onderworpen zijn aan de retoriek van macht en geweld. En dat het beeld nog altijd hiervan in dienst staat? Ook al zijn haar middelen veranderd.
De volgende keer zal ik het hem eens vragen.