
Een kiekje eigenlijk, maar dan wel in de gedaante van een groot schilderij.
Maar in onze tijd worden toch geen brieven meer geschreven? Een jongeman met hoedje en iPod heeft normaal gesproken toch een smartphone in zijn hand, geen brief?
Vroeger wel, natuurlijk. Toen was de brieflezer een vertrouwd beeld. Niet voor niets eeuwenlang een klassiek onderwerp van de schilderkunst.
Het is vooral ook de titel die ons op dit spoor brengt: The Letter. Opeens wordt het schilderij deel van een lange reeks van Liseuses en Liefdesbrieven, die via de negentiende eeuw teruggaat tot de Hollandse zeventiende eeuw. Daarbij wendt Koen Vermeule zich tot één collega in het bijzonder: Johannes Vermeer.
Diens Lezende vrouw in het blauw uit 1662-66 kan gezien worden als het prototype.

Net als de hoedjesman zien we haar van opzij. Zoals wij kijken naar het schilderij, kijkt zij naar de brief. Door de haaks op elkaar staande kijkrichtingen zijn de twee werelden van beeld en tekst duidelijk van elkaar gescheiden. Het ‘Droste-effect’ is daarom niet minder. Wij kijken vanuit onze wereld door het venster van het schilderij, zij doet hetzelfde door het venster van de brief. Dat ze zich daarbij in een voor ons onbereikbare, afgezonderde ruimte bevindt maakt het alleen maar des te spannender.
Voor de man in het schilderij van Koen Vermeule geldt dit allemaal ook. Zij het dat we nu voor een voorstelling uit de wereld van het hier en nu staan en we even geholpen moeten worden. Pas als we aan Vermeer denken komt de verbeelding op gang. Oh, ja, natuurlijk!
Het mooie is dat het twee kanten uit werkt. Het hoedjesmannetje krijgt de geest en het vrouwtje van Vermeer komt terug op aarde. Ze ontmoeten elkaar in de gedeelde, tijdloze ruimte van onze herinneringen, dromen en verlangens. Een blauwe ruimte, ook dat nog!