Art Update


Bruce Nauman in Bazel

Vanaf het eerste moment dat je het ziet weet je precies waar het over gaat; zodra je het probeert te verklaren raak je het weer kwijt. Geen kunstenaar die dit sterker laat ervaren dan Bruce Nauman. De grote overzichtstentoonstelling in Basel is alleen om die reden al een absolute must.

Neem Clown Torture, een ruimtevullende videoinstallatie uit 1987, een van de beroemdste werken van de kunstenaar, dertig jaar oud intussen maar nog altijd smashing. Direct bij binnenkomst word je ondergedompeld in een ervaring die even onontkoombaar als ongrijpbaar is. Links, groot geprojecteerd, een clown die zittend op een toilet met veel misbaar stukjes wc-papier in een glossy tijdschrift stopt. Rechts een tweede die spartelend op de grond No, No, No! roept. In het midden vier schermen met close-ups van weer andere clowns. Van alle kanten klinkt geluid dat samen met de bontgekleurde beelden de hele ruimte vult. Alles is extreem tastbaar en nabij, er is niets dat je niet meteen herkent en toch ben je ergens waar je nog nooit was. Natuurlijk zijn er aanknopingspunten: de clown als tragische uitvergroting van het bestaan, het toilet als ultieme privé-ruimte, de kakofonie van geluiden die het gevoel van beklemming versterkt. Punt is echter: zodra je er op deze manier mee aan de slag gaat, plaats je jezelf weer buiten de ervaring van het werk. In plaats van dichter bij de kern te komen raak je er verder van verwijderd.


In Good Boy Bad Boy, nog zo’n topper uit de jaren tachtig, declameren een man en een vrouw op twee schermen tegelijkertijd reeksen als I am bored, you are bored, we are bored, this is boredom / I like sex, you like sex, we like sex, this is sex / I pay, you pay, this is payment / I was a good boy, you were a good boy, we were good boys, that as good / I was a bad girl, you were a bad girl, we were bad girls, this is bad / I am afraid of death, you are afraid of death, we are afraid of death, this is fear. De obsessieve herhaling, de asynchrone tweeklank, het beeld van de twee talking heads opgesloten in de nauwe kubus van de tv-monitoren, de toenemende heftigheid in dictie en expressie, eindigend in zinnen die op maximaal volume worden uitgeschreeuwd, alles komt samen in een uiterst beladen, dwingend samenhangend beeld. Nog voor dat je je hebt afgevraagd wat het betekent constateer je al: dit klopt, dit is helemaal waar, niet als morele of intellectuele uitspraak, maar daaraan voorafgaande en dus groter, als een plastisch vormgegeven existentiële realiteit.


Make Me Think Me is van wat latere datum en heeft een meer filosofische toon. Wat niet wegneemt dat het ook hier gaat om een heel elementaire, feitelijke uitspraak die evenveel leunt op de uitvoering als op het concept. Wie richt zich hier tot de toeschouwer? Het kunstwerk zelf of de kunstenaar? En wat behelst die uitspraak eigenlijk, Make Me Think Me? Moet die gelezen worden als een elementaire notie met betrekking tot kunst – gedefinieerd als idee dat tot ding is gemaakt -, of gaat het meer algemeen om een verwijzing naar de dualiteit van lichaam en geest? Ook nu weer geldt echter: nog voor dat dit soort vragen in je opkomen heb je al gezien dat het klopt. Met zijn aan elkaar geplakte vellen papier en zijn stug neergezette vette krijtlijnen is het kunstwerk zelf immers de concrete verwerkelijking van de uitspraak die het toont. Evenveel bedacht als gemaakt.

Kunst die zich aan alle bestaande categorieën onttrekt en waar je mede daardoor niet makkelijk grip op krijgt. Maar wel een kunst die meteen binnenkomt en er diep insnijdt. Met lichaam, ruimte en taal als gereedschap maakt Bruce Nauman het inwendige van het bestaan tastbaar. Begrijpen is hier voor alles ervaren. Wie zich daar toe laat verleiden komt als een ander mens naar buiten.

Bruce Nauman, Disappearing Acts, Schaulager Bazel, tot 26 augustus