Art Update


Cézanne, Picasso, Mondriaan

Toen Picasso in de jaren ’20 werd gevraagd waarom hij nooit abstract was gaan schilderen antwoordde hij: ‘Of je nou een een lijn of vorm ontleent aan de geometrie of aan het lichaam van een vrouw, wat maakt het uit?” Vervolgens zou hij zijn leven lang vrouwen blijven schilderen. En wat voor een vrouwen. De mooiste en de verleidelijkste die stuk voor stuk door de meester werden gedemonteerd om in onderdelen gebruikt te worden voor prachtige schilderijen.

Paul Cézanne, 1885-86, La Montagne Sainte-Victoire / Pablo Picasso, 1907, Les Demoiselles d’Avignon (detail)
Piet Mondriaan, 1912, Bloeiende appelboom / 1920, Compositie met rood, geel en blauw (detail)
 

Tegenover de gewelddadige scheppingsdrift van de Spanjaard stelt de grootste Nederlandse schilder van de 20e eeuw een kunst die wars is van alle zinnelijkheid. Picasso en Mondriaan, het verschil kan bijna niet groter zijn:  kijken staat tegenover zien, lichaam tegenover geest. Heel even hebben beide kunstenaarslevens elkaar gekruist en ontstond er in het werk van Mondriaan een fusie die de aanzet vormde voor de eerste echte abstracte kunst. Waarbij we meteen moeten opmerken dat het Picasso was die Mondriaan beïnvloedde en niet omgekeerd.

En dan is er ook nog Cézanne, ‘de vader van ons allemaal’ zoals de jonge Picasso ooit zei.

De tentoonstelling in het Gemeentemuseum in Den Haag brengt het in beeld en zoomt in op een tijd waarin elke penseelstreek met betekenis beladen was en kunst hét schouwtoneel was van ingrijpende veranderingen. Nog tot 24 januari.