Art Update


De Grote Kunstshow

Charlotte Dumas geïnterviewed door presentator Lucas de Man tijdens De Grote Kunstshow afgelopen vrijdag in de Stadsschouwburg Amsterdam

Je kunt er van alles van zeggen, maar een verademing was het zeker. Het feit alleen al dat er was nagedacht over hoe je je publiek kunt vermaken! Met kunst wel te verstaan. En hoe je daarbij de middelen van het theater optimaal kunt inzetten. Topkunst in de spotlights, fluisterzachte maar glasheldere stemmen, fraaie combinaties van belichting en projectie, kunstwerken die uit de coulissen naar beneden kwamen zakken, een installatie die het podium op werd gereden. En dat alles in een ruimte die precies het tegenovergestelde is van de white cube van het museum. Gevrijwaard van alle gewichtigheid en louter in dienst van de ervaring.
Tien werken, tien formats. Het was alsof de makers vooral wilden laten zien wat allemaal mogelijk is als je de boel openbreekt. Kunst werd tot leven gebracht met literaire teksten, was onderwerp van een filosofische beschouwing maar evengoed van een disco-performance. Interviews werden afgewisseld met muziek. Beschouwingen met citaten. In zo’n anderhalf uur tijd voerden de tien clips je naar de meest uiteenlopende domeinen van de de verbeelding. Dat alles smeuïg aan elkaar gepraat door gastheer Lucas de Man.
Bedenkingen zijn er zeker ook.
Allereerst de defensieve benadering. Uit alles sprak de behoefte om vooral niet te moeilijk te doen. Kunst hè! Met als gevolg een zekere krampachtigheid die ook dóór de charmante grappigheid van de Belgische presentator heen voelbaar was. De luchtige aanpak zal bij een deel van het publiek misschien gewerkt hebben, bij een aantal mensen om me heen voelde ik toch ook wel ongemak. Bedienen of betuttelen? De lijn is heel dun.
Een punt is ook dat kunst vooral aanleiding was voor verhalen. Het beeldende an sich – dat wat kunst tot kunst maakt – kwam nauwelijks uit de verf.
Dan de clip-formule. Afwisselend en levendig maar ook een blokkade voor de voorstelling als geheel. Heel jammer, juist bij een onderwerp als dit heb je ontwikkeling nodig. Kunst gaat immers over het verkennen van gebieden die wat verder weg liggen en niet altijd even makkelijk toegankelijk zijn. Maar die uiteindelijk wel vaak opwindende nieuwe perspectieven te bieden hebben. Als je om de tien minuten weer op een andere trein stapt kom je nooit op dat punt uit.

Folkert de Jong, Les Saltimbanques, 2007, Rabo Kunstcollectie

Wat rest is toch vooral de honger naar meer. Wat zou er mogelijk zijn als je deze middelen zou inzetten voor een echte reis door de verbeelding? Dat wil zeggen eentje die je stap voor stap verder brengt en je ook de diepte invoert?
Hoe zou je het publiek kunnen bedienen met een theatervoorstelling waarin de kunst ook in een historisch perspectief wordt gepresenteerd?
Vraag is natuurlijk of dat publiek er wel is. Óf dat het toch weer dezelfde mensen zijn die je nu ook al in de musea tegenkomt? Maar daar kom je pas achter als je het probeert. Feit is dat het museum nog altijd de neiging heeft om de kunst voor zichzelf te houden. En er blijkbaar initiatieven als deze nodig zijn – een gezamenlijke actie van de Rabobank en de Amsterdamse Stadsschouwburg – om haar te bevrijden. Waarvoor hulde.

De Grote Kunstshow, Stadsschouwburg Amsterdam met werken uit de Rabo Kunstcollectie, vrijdag 29 november 2013