
Tentoonstellingsaffiches in het auditorium
Met een druk bezocht feest werd het afgelopen zaterdag gevierd. Helemaal in stijl. Muziek en acts van Tilburgse bodem, gratis drankjes in het café en voor de rest vooral een gezellig samenzijn van getrouwen. En die zijn er heel wat.
Al twintig jaar laat De Pont zien hoe het ook kan. Geen poeha, toegankelijk en van een constant hoog niveau. Geen museum in Nederland kan bogen op een vergelijkbare line up van grote namen. Thomas Schütte, Bill Viola, Anish Kapoor, Ai Weiwei, om er maar een paar te noemen. Voor minder doet men het in Tilburg niet. Wat niet wegneemt dat er ook altijd ruim aandacht is geweest voor kunstenaars van eigen bodem. Grote internationale uitstraling maar ook stevig geworteld in de stad.
In dezelfde periode dat overal in Nederland musea voor moderne kunst in de knel zaten – gesloten vanwege verbouwing, zwalkend beleid, geen geld, interne spanningen – was De Pont voor veel liefhebbers het favoriete toevluchtsoord.
Hendrik Driessen is de man die het allemaal waarmaakte. Wat ooit begon met de nalatenschap van Jan de Pont werd door hem stap voor stap ingevuld. Het aankoop- en tentoonstellingsbeleid, de inrichting, het gebouw, de publieksactiviteiten, uit alles spreekt evenveel kunde als toewijding.

De Tilburgse stadsdichter Esther Porcelijn voor Lanzarote, een muurschildering van Angela Bulloch uit 2006
Behalve muziek en drank was er zaterdag ook nog de kunst zelf. Zoals het hoort. Dichter bij de kunst heette een van de activiteiten. In kleine groepjes werden we door dichters langs enkele kunstwerken geleid. Heel verrassend én verhelderend. De oude Romeinen wisten het al: Ut picture poësis, poëzie is als schilderkunst. In Tilburg werd duidelijk dat ook het omgekeerde waar is. En dan ook nog de wijze waarop het gebracht werd: direct, toegankelijk en sympathiek. Helemaal De Pont.