Art Update


Een koude sigaar

Vlak voor ik naar Berlijn vertrok kwam de catalogus van de Manet-tentoonstelling in Parijs binnen. Prachtig, alleen al vanwege de kwaliteit van de uitgave. Fraai gebonden met zwart op snee en voorzien van zeer goede, naar ik aanneem voor de gelegenheid deels nieuw vervaardigde reproducties van alle werken. Zo zie je het maar zelden.

Thematisch focussen boek en tentoonstelling op Manet als de schepper van een nieuwe beeldtaal. De titel, Manet, inventeur du moderne, suggereert dat hij zelfs gezien kan worden als ‘uitvinder’, iemand die mede gestalte heeft gegeven aan zijn tijd. En daar is veel voor te zeggen.

De samenleving van het midden van de negentiende eeuw veranderde snel. Zeker ook in Parijs waar, in de jonge jaren van Manet, de oude wereld figuurlijk én letterlijk op de schop ging. In korte tijd verrees hier de eerste moderne metropool, de comfortabel ingerichte, uniform vormgegeven stad, volledig toegerust op de wensen en behoeften van een nieuwe, burgerlijke elite.

In de anonieme leefomgeving van de grote stad veranderen de zeden snel. Een proces dat zich op alle fronten tegelijk voordoet, dat als stromend water onstuitbaar zijn weg zoekt, maar dat pas echt voor iedereen zichtbaar wordt als schrijvers en schilders het tot onderwerp van hun werk maken. Als Flaubert en Zola en ook Manet dus, met hun boeken en schilderijen de gevestigde orde provoceren, haar hypocriete moraal ontmaskeren en een scherp licht werpen op de realiteit van een ‘zedeloze’ wereld. Flaubert’s Madame Bovary, Manet’s Déjeuner sur l’herbe, het zijn de iconen van een tijd waarin het begrip modern een nieuwe, alomvattende betekenis kreeg.

Manet laat als geen ander zien wat deze behelst. Vandaag stond ik in de Alte Nationalgalerie in Berlijn voor Dans la Serre uit 1879, een van zijn laatste grote werken. Niet te zien in Parijs dus!

Meer dan een portret van een echtpaar is het schilderij een genrestuk, een aan de realiteit van het dagelijkse leven ontleende zedenschets. Helemaal zoals Zola het beschreven zou kunnen hebben.

We zien de heer en mevrouw Guillemet, eigenaren van een bekende Parijse modezaak. Hij een man van de wereld, succesvol, van middelbare leeftijd. Zij mooi en jong maar ontevreden met haar luxe, lege bestaan. Het laat zich allemaal makkelijk invullen. Gevangen in het keurslijf van een burgerlijke moraal wordt haar de vrijheid ontzegd die hem wél toekomt. Met andere woorden, hij komt weinig te kort, zij des te meer.

Dat het tussen die twee niet meer vlamt is duidelijk. Wat rest zijn eindeloze gesprekken. Het paar heeft zich teruggetrokken in de serre. Zo te zien kent ze zijn verhalen al uit haar hoofd. Haar gedistantieerde houding en haar lege blik spreken voor zich. En voor wie nog niet begrepen heeft hoe het er met hun liefdesleven voorstaat voegt de schilder nog een subtiele verwijzing toe. In het centrum van het beeld ontmoeten hun handen elkaar. Die van haar slapjes naar beneden hangend, in die van hem een koude sigaar.

Manet, inventeur du moderne, Musée d’ Orsay, Parijs, tot 17 juli