
Met zijn bolle zeilen van glas verschijnt de nieuwe kunsttempel als het decor van een futuristische film, een transparante fata morgana, zojuist neergedaald uit de hemel, gewichtsloos, louter beeld. Heel even is het wow!, totdat je dichterbij komt en zicht krijgt op het enorme geraamte van staal dat nodig is om dit sprookje mogelijk te maken. Wég illusie. Wonderlijk hoe dit werkt. Opeens oogt alles gewild en moeizaam.

Binnen volgt een nieuwe teleurstelling: waar je een opwindende show van hedendaagse topkunst zou verwachten – Louis Vuitton, of beter gezegd Bernard Arnault, zal toch zeker François Pinault naar de kroon willen steken? – word je afgescheept met een nogal magere en vooral ook onsamenhangende presentatie van enkele grote namen uit het nabije en het verdere verleden. Alberto Giacometti en Wolfgang Tillmans, Thomas Schütte en Olafur Eliason, Sigmar Polke en Tacita Dean. Links en rechts bij elkaar gekocht, wie er iets van kan bakken mag het zeggen.
Het gevoel van beklemming laat niet meer los. Zelden een zó overbodig gebouw gezien. De Fondation Louis Vuitton is holle pronkzucht op zijn gladst, met de kunst als alibi. Een marketingconcept in glas en staal. Helemaal toegesneden op het imago van het merk, dat wél: oogverblindend, duur en elegant. Maar vooral ook: precieuze schoonheid die nauwgezet is ontdaan van iedere herinnering aan het echte leven.
Moeilijk voorstelbaar dat dit project gerealiseerd zou zijn als de plannen ervoor niet al zo’n tien jaar geleden gereed waren gekomen. Protesten waren er overigens van meet af aan. Het Bois de Boulogne is toch niet voor niets beschermd erfgoed! Maar tóen was er nog die opgewondenheid die dit soort gepruttel meteen aan de kant schoof, dat tintelend gevoel dat ons deed geloven dat een wereld van ongekende mogelijkheden voor het grijpen lag. Groot durven denken, dáár ging het om. Inmiddels is de stemming danig veranderd. Nú dringt zich het besef op dat we het niet meer weten, dat we hoe dan ook nieuwe wegen moeten zoeken, juist weg van al die opgeklopte waan en drang. Zou Gehry’s gebouw tien jaar geleden misschien nog een prikkelend statement zijn geweest, nu is het op z’n best een cynische grap.
In het verhaal van de sterarchitect past het gebouw overigens wonderwel. Wie had gedacht dat we met spektakelgebouwen als het Guggenheim in Bilbao en de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles het summum van loos vertoon wel zo’n beetje hadden bereikt, moet erkennen dat de meester zichzelf heeft overtroffen. Zeker ook wat de kosten betreft: naar verluid een miljard euro. Duizend miljoen voor een vrijwel lege juwelendoos. Wie niet beter weet waant zich in Dubai of Abu Dhabi. Voor Parijs is het niets minder dan een affront.
Fondation Louis Vuitton, a Avenue de Mahatma Gandhi, Bois de Boulogne Parijs