
Het moet ergens eind jaren negentig zijn geweest. De Fondation Beyeler was de grote nieuwe kunstattractie en samen met collega Ruud was ik er met een groep voor een rondleiding. Wat een gebouw en wat een collectie! Ik denk niet dat ik mijn verhaal ooit beter en aangenamer heb kwijt gekund dan hier. Alle belangrijke namen en stromingen waren met alleen maar topwerken vertegenwoordigd. Je kon zó, van de ene zaal naar de andere lopend, de hele geschiedenis van de moderne kunst in beeld brengen. Van Cézanne via Matisse en Picasso tot aan Giacometti en Warhol. En dat in die fantastische ruimte van Renzo Piano.
Opgetild door al dat moois, liep ik na afloop nog even met Ruud door het museum om uit te komen bij een werk van Ellsworth Kelly. Spontaan stootten we elkaar aan met een blik van: dít is ‘m! Geen Madame Cézanne en fauteuil jaune, geen Nu bleu van Matisse, ook niet een van de prachtige Picasso’s maar dit tot het uiterste gereduceerde Dark Grey with White Rectangle II.
Was het de schilderkunst zelf die dit deed of was er ook iets anders in het spel? Kelly is een geweldige schilder maar of hij ook van het kaliber Picasso-Matisse is? Toch vertegenwoordigde hij voor ons iets wat hem ver boven de klassiekmoderne meesters deed uitstijgen. Zijn werk stond niet alleen voor een esthetisch optimum, het verbeeldde ook iets veel groters: een idee van wie we wilden zijn.
Deze dimensie van het werk ervoer ik voor het eerst op het grote overzicht van de kunstenaar in het Stedelijk Museum, najaar 1979. Eerder al waren er dit soort momenten geweest: op de HBS toen tekenleraar Hans Smeets dia’s van Monet liet zien, of een paar jaar later toen ik met mijn vriend Johan bladerend door kunstboeken Picasso ontdekte. Dat je het opeens ziet en je esthetische ervaringswereld in een klap wordt verruimd. Dat je een horizon ontdekt die al je kijken en denken van een nieuwe schaal voorziet. Dat je wordt losgewrikt uit je oude ik en een nog onontgonnen ruimte betreedt. De Kelly-tentoonstelling in het Stedelijk was ook zo’n moment van wording, alleen nu als een totale onderdompeling. Alsof die eerdere stappen hier pas hun bestemming vonden.
Als vlaggen hingen ze om me heen, superieur in hun helderheid en zeggingskracht, zonder iets van me te willen, zichzelf genoeg. Zó kon het dus ook. Ieder werk was als een autonome esthetische constructie gearticuleerd – vorm, maat en kleur, niet meer dan dat -, om vervolgens vóór je ogen op te lossen in de illusie van iets heel anders, iets dat uit louter gewaarwordingen en ideeën bestond. Met des te meer effect juist omdat het zo nadrukkelijk ding bleef: spieraam, doek en verf. Als dit eventueel moeilijk klinkt komt dat omdat het zo simpel is. Is niet de kracht van alle kunst dat het evenveel ding is als idee? Zichzelf en tegelijkertijd iets heel anders? Wat Kelly onderscheidt is dat hij dit inzicht tot de essentie van zijn werk maakte en al het andere wegliet. Precies wat Dark Grey with White Rectangle II laat zien.

Zijn finest hour beleefde de kunstenaar in 2003. Ter ere van zijn 80ste verjaardag wijdde het Whitney Museum in New York onder de titel Red Green Blue een groots opgezette en prachtig ingerichte tentoonstelling aan de serie werken die tussen 1958 en 1965 ontstond. Blue Green Red I, een van de iconen uit de collectie van het Stedelijk was het stralende middelpunt van de show. Echt kippenvel om het dáár te zien hangen. Kelly op z’n best. Nooit eerder en nooit later was schilderkunst zó eenvoudig, zó helder en zó krachtig tegelijk.
Ellsworth Kelly overleed afgelopen zondag op 92-jarige leeftijd in Spencertown, New York.