Art Update


Erik en Jelle

Twee vroegkalende veertigers die elkaar niet begrijpen maar de toeschouwer wel drie uur lang in de greep houden. En dat met een gesprek over hedendaagse kunst. De lijzige Jelle Brandt Cortius en stuiterbal Erik van Lieshout. De misverstanden stapelden zich op maar de chemie was er niet minder om, integendeel. Hilarisch en fascinerend tegelijk.

Ik had deze aflevering van Zomergasten gemist en zag hem gisteren pas. Na die van afgelopen zondag met Guy Verhofstadt. Wat een verschil. Niet dat de avond met de Belgische ex-premier saai was. Maar waar Guy college gaf nam Erik Jelle mee op avontuur. En waar het de eerste aan ontbrak – misschien gelukkig maar voor een politicus – , liep de tweede van over: verbeeldingskracht.

Erik van Lieshout, Rotterdam-Rostock, 2006

De telkens terugkerende act is het moment waarop Jelle, na weer een filmfragment over een van de idolen van de kunstenaar, vraagt om enige uitleg. Wat maakt dit nou tot kunst? Waarom is dit zo goed? En dan Erik in close-up, na een licht spastische zwiep, met grote ogen achter zijn kekke bril: Dat zie je toch!. Waarop een gesprek volgt dat nergens toe leidt maar niettemin precies duidelijk maakt waar het om gaat. Dat kunst bestaat bij de gratie van de zeggingskracht van kleuren en vormen. Dat je naar een video kunt kijken als ware het een schilderij. En dat het in de eerste plaats om het beeld gaat en niet om het plaatje of het verhaal.

Op een gegeven moment ging het om de samenspraak – in één film – tussen twee scènes. Een waarin Erik van Lieshout in huilen uitbarst en de andere van de ontmoeting met een man in pak die zijn bril schoonmaakt. Het lukte de kunstenaar niet goed om onder woorden te brengen wat dit zo sterk maakt. Maar eigenlijk was dat ook helemaal niet meer nodig. In huilen uitbarsten en een bril schoonmaken, dat beeld spreekt toch voor zich?

De blik van Jelle bleef gevuld met ongeloof.