
Gerhard Richter op Frieze Art met STRIP (CR 921-1) uit 2011, een digitale print
Basel is imposant, Keulen een must, maar Frieze Art is de plek waar het gebeurt. In de acht jaar van haar bestaan is de beurs uitgegroeid tot hét theater van de hedendaagse kunst. Nergens is de buzz van de kunstwereld zo tastbaar als hier. Nergens ook zie je zoveel jonge mensen.
De kunst levert daarbij het perfecte decor: een en al kijkspektakel van het fijnste soort, in alle soorten en maten en uit alle windstreken bij elkaar gebracht. Frieze is één gigantisch bad, spring er maar gewoon in en kijk maar waar je weer boven komt. Onmogelijk om het allemaal te behappen, ook niet als je er de volle vier dagen de tijd voor zou nemen.
Ik ben er met Art21 een kunstfonds dat op zoek is naar ‘kunst die er toe doet’. En nog een beetje betaalbaar is ook. Met die twee criteria wordt het opeens al een stuk overzichtelijker. Galeries als White Cube, Lisson of Gagosian vallen sowieso af. Om daar te kunnen winkelen moet je je geld in de Russische olie verdienen. Als je dan ook nog alle aanbieders schrapt die toch vooral showkunst verkopen – net te mooi, te imposant, te knap – en je je bovendien niet laat meevoeren door alle hypes, dan blijven van de 170 deelnemende galeries er misschien nog zo’n 25 over. De Nederlandse vertegenwoordigers horen daar meestal wel bij. Net als een trits Duitse en Engelse galeries. Hier kun je voor relatief weinig geld vaak hele goede kunst kopen. Voor een digitale print van Richter moet je één komma zoveel miljoen meenemen, een videootje van drie minuten van Francis Alÿs kost zomaar € 150.000,-, maar voor nog geen € 10.000,- loop je ook naar buiten met een fraai en uniek werk van een belangrijke jonge kunstenaar als Navid Nuur.