
Cupido 1
Te zien in het Nederlandse paviljoen op de Biënnale: de drieëntachtig-jarige Herman de Vries als een pas geboren baby, Cupido die zich laaft aan de bron. Mooi beeld toch?
Hoe anders was het optreden van de kunstenaar twee jaar eerder. Ook toen was hij in Venetië te zien. Niet op de Biënnale, maar in het Palazzo Bembo. Hier maakte zijn werk deel uit van Personal Structures, een groots opgezette verkooptentoonstelling die om de twee jaar parallel aan het hoofdevenement wordt ingericht. Daar was de foto hieronder te zien: Herman als een oude sater met twee nymfen in het bos.
Het verhaal is dit.
Of het nu hun romantische natuur is of simpelweg dat ze getallen en cijfers gewoon niet interessant genoeg vinden, maar ook al hebben ze succes, veel kunstenaars leiden zakelijk gezien een wankel bestaan. Met als gevolg dat menigeen nog tot op hoge leeftijd aan de bak moet.
Gelukkig is er ook nog een grote markt van kopers die louter varen op het kompas van gevestigde namen en een kunsthandel die daar gretig op inspeelt. Venetië biedt hiervoor natuurlijk een ideaal podium. Ook dit jaar zijn ze weer van de partij, grote galeries die hun slag proberen te slaan door onder de vlag van de Biënnale gevestigde namen van een generatie geleden aan de man te brengen als grootheden van nu. Timothy Tailor die Sean Scully brengt, Michael Werner die Peter Doig in de uitverkoop doet. Ze betalen er een smak geld voor, maar de inkomsten zullen navenant zijn.

Cupido 2
Personal Structures is ook zo’n onderneming, maar dan breder opgezet. Onderdeel van het belangrijkste kunstevenement ter wereld, in een palazzo aan het Canal Grande op een van de meest prominente – lees duurste – plekken van de stad, met werk van grootheden als Lawrence Weiner, Joseph Kosuth, en Carl André. Wie zou durven beweren dat het hier niet om grote kunst gaat? Ene Rene Rietmeyer is het brein achter het gebeuren. Een slimme jongen die wordt geassisteerd door een team van dames die behalve hun kwaliteiten als kunsthistorica ook nog de looks hebben om als nimf op te treden. Eerder gingen ze al uit de kleren voor een performance van Hermann Nitsch, twee jaar terug dus met ónze Herman. Sex sells, ook in de kunst. De mens wil bedrogen worden en de wereld is aan de brutalen.
Hoe het ook zij, Herman de Vries is een van die oudgedienden die graag aan de formule meewerkten. Of hij dat ook gedaan hebben als hij geweten had dat hij het op zijn oude dag nog tot officiële vertegenwoordiger van Nederland zou schoppen is zeer de vraag. Toen de uitnodiging voor de Biënnale op de mat viel moet de schrik groot zijn geweest. Was ik maar nooit met die meiden het bos in gegaan! De foto in het Nederlandse paviljoen is denk ik vooral ook een poging om aan dat beeld van die geilbok alsnog een draai te geven.