Art Update


Ger van Elk

Ger van Elk, C'est moi qui fait la musique, 1973

Ger van Elk, C’est moi qui fait la musique, 1973

Gisteren is Ger van Elk overleden.
Een tijdje terug zag ik hem nog. Vrolijk babbelend met Lawrence Weiner op de persopening van het nieuwe Stedelijk. Twee grote namen op leeftijd, verenigd op de plek waar het voor hen allebei ooit begon. Iconen die furore maakten in de tijd dat Nederland nog vooraan stond in de internationale avantgarde.
Ger van Elk was een van die pioniers die ons met nieuwe ogen leerde kijken. Zoals ook Jan Dibbets of Stanley Brouwn. Als jonge kunstenaar actief in een wereld waarin de verbeelding aan zet was. Niet het werk zelf maar het bewustzijn dat het triggerde, dáár ging het om. Het was de tijd van roemruchte tentoonstellingen als Op losse schroeven en When Attitude becomes form. Het leven zelf werd tot kunst verheven.
Waarom weet ik niet maar inmiddels wordt er nogal eens schamper gedaan over de ‘beeldgrappen’ waarmee de kunstenaar naam maakte. Bedoeld om de boel een beetje op stang te jagen, leuk voor één keer, maar verder?
Nou, heel wat als je het mij vraagt. Neem een werk als C’est moi qui fait la musique. Telkens als ik het zie herinner ik me de eerste keer dat ik er voor stond. Dat moet ergens midden jaren zeventig zijn geweest, ook in het Stedelijk. Een openbaring. Dat een foto kunst kon zijn, dat alleen al! Je begrijpt het meteen. Het rijm van kader, beeld en titel. De verbogen vleugel met zijn drie poten, de pianist zelf, óók met drie extensies. Het is Ger van Elk zelf die dat allemaal doet, letterlijk en figuurlijk. Alles klopt, en toch, hoe en wat precies laat zich niet zomaar duiden.

Ger van Elk, The Missing Person, 1976

Ger van Elk, The Missing Person, 1976

De laatste keer dat ik met het werk van de kunstenaar van doen had was toen ik voor een tentoonstelling in de Rabo Kunstzone een tekst over The Missing Person schreef. Een ander beroemd werk uit de grote jaren. Een hele mooie demonstratie dat het niet gaat om wát je ziet, maar om wat er in je verbeelding gebeurt. Van alle gasten is degene die ontbreekt het meest aanwezig. Niet gehinderd door zijn fysieke gedaante, noch door zijn afbeelding, zien we hem louter als projectie van onze voorstelling. Niets staat meer tussen hem en ons in. De censuur van het beeld is opgeheven.
Helemaal Ger van Elk.