Art Update


Goed fout 1

In art nothing is so true that its opposite cannot be made even truer. Jasper Johns deed zijn beroemde uitspraak in 1962. Mettertijd is deze alleen maar meer van toepassing geworden.
Natuurlijk, kunst had altijd al de opdracht om waarheden te tarten, maar waar ze dat vroeger deed binnen de kaders van een alomvattende orde, werd ze in de moderne tijd spiegel van een wereld die in stukken is uiteengevallen. De spiegel ook van het vrije, individuele bewustzijn, met alle verwarring, complexiteit en ongerijmdheid die daarbij hoort.
Wat voor ‘waar’ geldt, is ook van toepassing op ‘goed’ en ‘mooi’. Is dat niet het grote verhaal van de moderne wereld: hoe het mythische verbond van het goede, het schone en het ware beetje bij beetje werd opengebroken?
Gedachten als deze drongen zich vanzelf aan me op toen ik in Witte de With voor Han van Meegerens Isaac zegent Jacob stond. Wat een schilderij! Alleen al hoe het erbij hing: in een goedkope, tweedehands lijst, gebroken en gebarsten, met een hoogglanzend, spiegelend vernis, maar ook met stukken kaal doek aan de randen. En dan de schildering zelf. Een bijbelse scène in de geaffecteerde, magisch-realistische stijl van de jaren dertig. Precies het sentiment dat het helemaal af maakt.

Het verhaal van Van Meegeren is dit. Toen de kunsthandel in 1937 diens Emmaüsgangers ontdekte bracht dit een golf van enthousiasme teweeg. Kenners bejubelden het doek als een vroeg werk van Johannes Vermeer. Precies het schilderij dat het gat vulde in het bewaarde oeuvre van de meester.
Dat het een vervalsing was kwam pas aan het licht toen Van Meegeren in 1947 als kunsthandelaar  voor de rechter moest verschijnen. Niet op beschuldiging van vervalsing maar van collaboratie. Een van de Vermeers uit zijn bezit – het stuk dat we hier bespreken – was na de oorlog in een Duitse zoutmijn teruggevonden in de verzameling van Nazi-topman Göring. Met andere woorden, de handelaar had kostbaar nationaal erfgoed op slinkse wijze aan de vijand doorgespeeld.
Toen pas kwam de ware toedracht aan het licht. Om zijn hachje te redden schilderde Van Meegeren voor het oog van zijn rechters nog een ‘Vermeer’. Reputaties lagen aan duigen. Ongeloof en leedvermaak, woede en verbijstering vochtten om voorrang.
Het schilderij heeft het geweten. Je ziet het zó voor je: het werd van het spieraam gerukt, opgevouwen en verfrommeld ergens in een depot gedumpt.

Nu, meer dan vijfenzestig jaar later steelt het – juist ook in zijn deplorabele staat – de show op een tentoonstelling van hedendaagse kunst. Alles zit erin. Het hele verhaal van toen: hoe geschiedenis werd gemaakt naar het evenbeeld van de eigen tijd, hoe het publiek dat zich betrapt wist zijn woede erop bot vierde, hoe schoonheid door de tijd werd gecorrumpeerd. Maar ook het verhaal van onze wereld. Waar alleen nog gebroken spiegels bestaan, waar niets meer waar of mooi op zichzelf is en waar alleen de paradox aanspraak kan maken op authenticiteit.

The Crime Was Almost Perfect, Witte de With, Rotterdam, tot 27 april