Art Update


Het eeuwige nu

Mark Grotjahn

The Forever Now: Contemporary Painting in a Atemporal World is de intrigerende titel van een grote tentoonstelling die tot begin april in het MoMA is te zien. 17 midcareer schilders, werkend in de meest uiteenlopende stijlen, door Laura Hoptman, curator schilderkunst en sculptuur van het museum, samengebracht onder de paradoxale noemer ‘eigentijds en tijdloos’.

Een van de exposanten herinneren we ons nog van de Biënnale van 2011waar hij met een reeks monumentale doeken grote indruk maakte: Josh Smith, een eigentijdse actieschilder die in hoog tempo en met veel bravoure beelden produceert die de woeste impact hebben van street art uit de getto’s, maar die evengoed nergens over gaan. Wat de schilder doodleuk bevestigt door vaak als enig herkenbaar element aan zijn doeken zijn in grote letters geschilderde naam toe te voegen. Als een puber die geen ander antwoord heeft op de overweldigende grootsheid van het bestaan.

Dat het nergens over gaat geldt ook voor het werk van Mark Grotjahn, zij het dat het uitgevoerd is in stijl die diametraal verschilt van die van Josh Smith. Hier geen free brush painting maar nauwgezette, fraai uitgevoerde constructies van kleurvlakken die vanuit één centraal punt over het doek uitwaaieren. Of omgekeerd – want dat is wat het oog tegelijkertijd ervaart -, die naar een oneindig ver weg gelegen punt convergeren. Ook hier is er een suggestie van grootsheid maar ook hier wordt deze volledig leeg gelaten en bewust ook als zodanig gepresenteerd.
Waar het werk van Mark Grotjahn ons herinnert aan de geometrisch-abstracte kunst van de vroege twintigste eeuw, is dat Josh Smith nauw verwant met het abstract expressionisme van de jaren vijftig. Dergelijk referenties zijn er voor vrijwel alle exposanten. Alles is al een keer gedaan, lijken hun doeken te zeggen. Een eigentijdse stijl is niet meer mogelijk, of het zou moeten zijn dat we stijlloosheid tot stijl verheffen. Waarom niet eigenlijk? Is het hele idee van eigentijdsheid niet achterhaald? Is er, als we het erfgoed van de moderne kunst bevrijden van het gewicht van de geschiedenis, niet geweldig veel in te ontdekken dat nog niet is uitgewerkt of onderzocht?
Nog een notie die de tentoonstelling voortbrengt: was stijl niet altijd ook uitdrukking van een overkoepelende betekenis, een artistieke vertaling van een omvattende visie op het bestaan? Denk aan de abstracte kunst van schilders als Rothko of Mondriaan. Zou zoiets ook in de 21e eeuw nog kunnen? Ondenkbaar toch.
Niet de kunst verandert maar de wereld waar ze deel van uitmaakt. Dat wij in een tijdloze tijd leven heeft alles te maken met het grote verhaal: de definitieve doorbraak van de massa- en consumptiecultuur, het wegvallen van alle mogelijke op gezag en traditie gebaseerde structuren, het ontstaan van een kosmopolitische wereld waarin geschiedenis zijn rol als verbindend element heeft verloren, de totale beschikbaarheid van kennis en informatie.
Wat betekent het om te leven in een eeuwig nu? Een bevrijding of een doem? De tentoonstelling in New York suggereert toch vooral het eerste. Waarmee niet gezegd is dat we al weten wat we ermee moeten. Het is aan de kunst om dit nieuw terrein te exploreren. Heel uitdagend.

The Forever Now: Contemporary Painting in a Atemporal World, MoMa New York tot 8 april