‘In het hedendaagse debat is de naam Renoir synoniem geworden voor seksistische mannelijke kunstenaar’ schrijft kunsthistorica Martha Lucy in de fraaie catalogus van Renoir: The Body, the Senses. Wat volgt is een fascinerende poging om nog iets te redden van de reputatie van een schilder die met zijn naakten zwaar onder vuur ligt, maar niettemin door de kenners tot de groten van onze geschiedenis wordt gerekend, juist vanwege zijn naakten. De tentoonstelling in Williamstown, Massachusetts, laat overtuigend zien waarom.

Eerst de redenen om hem in de ban te doen, Lucy noemt er een hele trits. ‘Renoir verlustigde zich zo aanmatigend en kwijlend aan het kijken naar blote vrouwen dat de tactiliteit van zijn late naakten, met hun verfstreken als graaiende vingers, iedere kijker in verlegenheid brengt, ook de mannelijke’. Wat verderop gaat het erover dat de schilder zijn modellen reduceerde tot anonieme objecten, kindvrouwen die zijn ontdaan van alles wat hen tot mensen maakt. Geen van hen komt herkenbaar in beeld, hun blik is afgewend en eigenlijk zien ze er allemaal hetzelfde uit.
Wie zal het ontkennen? Met hun appelronde borsten en hun turbo-dijen zijn ze Renoir-naakten inderdaad allen eender. En als type vrouw nogal bizar lijkt me. Zou er iemand zijn die hiervan werkelijk seksueel opgewonden raakt? Het zou me zeer verbazen.

Hoe kan het dan dat de schilderijen toch zo erotisch werken?
Wie hier meer van wil weten moet bij Picasso zijn. Geen schilder die dieper in de geheimen van kunst en erotiek is doorgedrongen dan hij. Die zo overtuigend heeft laten zien dat het puur plastische geil kan zijn. En dat daar in principe geen vrouw aan te pas hoeft te komen. Het misschien wel aller-erotische schilderij ooit is een stilleven, Picasso’s Groot stilleven met schenkkan en vruchten uit 1931.
De erotiek van het puur plastische, als dat iets typisch mannelijks is, het zij zo. Renoir laat het in zijn naakten zien en hoe!. Picasso was groot fan en kocht er enkele voor zijn privé-collectie.

Veel van wat Renoir wordt verweten kan gezegd worden van andere beroemdheden.
Heeft Titiaan met zijn Venus van Urbino niet evengoed een ‘anoniem kijkobject’ geschilderd in plaats van een echte persoon? Is ook zij niet het product van een begerig kijken?
Niemand die er naar mijn weten ooit problemen mee heeft gehad.
Waarom liggen de Renoirs dan wél onder vuur? Zijn ze misschien te zoetig, te kitsch? Te warm en nabij? Overdadig seksueel dus?
Misschien wel, maar ik denk ook dat ze dat om een goede reden zijn. Renoir schilderde ze in verzet tegen de hypocrisie van de burgerlijke moraal. In een poging om hen te af te schermen van de perversiteit van een blik die even afkeurend als begerig is, gaf hij hen een onontkoombare, uitdagende aanwezigheid. Een provocatie die hem de mogelijk bood om zich te profileren als radicale avant-gardist en tegelijkertijd een plaats in de eregalerij van de klassieke kunst op te eisen.
Sinds Courbet en Manet schildert de Parijse avant-garde in een ambivalente verhouding met een publiek dat ze evenveel veracht als omarmt, een gegeven dat als een krachtige motor van vernieuwing werkte. Renoir is geen bourgeois van afkomst, wél van roeping. Provocatie van de heersende moraal en het verlangen om in het pantheon van de kunst te worden toegelaten vechten bij hem om voorrang. Precies dat is wat zijn naakten zo enerverend en uniek maakt. ‘Makkelijk’ zijn ze zeker niet, maar juist in hun weerbarstig verzet tegen elke categorisering ligt hun kracht.
In de ban van Eros is een van de acht presentaties van mijn nieuwe reeks Dit is Europa. Deze gaat vanaf dinsdag 22 oktober van start in Maastricht en vanaf vrijdag 25 oktober in Eindhoven. Klik voor meer weten of inschrijven op de betreffende cursusplaats.