
Lidy Jacobs, Pink Couple, 2009
Soms moeten de dingen gezegd worden.
Voor de late Rembrandts staan eindeloze rijen, de opening van de Matisse-tentoonstelling leverde een bijna avondvullende tv-uitzending op, de bezoekersaantallen schijnen nog altijd toe te nemen, en toch, wie de ogen een beetje open heeft kan er niet omheen: de museumwereld zit behoorlijk in de knel. En steeds meer.
Hóe erg realiseerde ik me pas echt toen ik onlangs in De Fundatie In Search of Meaning bezocht. Het was niet eens het treurige niveau van de tentoonstelling. Wat me vooral trof was dat het allemaal zo liefdeloos in elkaar was gezet. Zonder inspiratie en dus ook zonder respect, noch voor de deelnemende kunstenaars, noch voor de bezoeker. Mensbeelden in globaal perspectief was de subtitel, je moet maar durven.
Ik had echt te doen met de deelnemende kunstenaars, althans zeker een aantal. Neem Lydi Jacobs. Vertegenwoordigd met sterk werk dat over een intense maar ook uiterst persoonlijke en kwetsbare seksualiteit gaat. Goed dat het getoond wordt, daar niet van. Maar zó, in déze context? Mijn hart kromp ineen.
De tentoonstelling is gelukkig voorbij maar ik ben bang dat we het nog lang niet gehad hebben met dit soort concepten. Het zal eerder meer dan minder worden. Steeds meer ‘keuzes uit eigen collectie’, al dan niet opgeleukt met een spannend thema of dito gastcurator.
Een van de belangrijkste redenen is natuurlijk het geld. Waar de ophef van een tijdje terug nog ging over voorgenomen bezuinigingen, zijn de danig gekrompen budgetten inmiddels kille realiteit geworden. Dat terwijl musea, om mee te kunnen in een snel veranderende wereld juist steeds meer moeten bieden. Een bijna onmogelijk opgave, zeker voor een ambtelijke organisatie die op ouderwets degelijke rechtsposities is gebouwd. Met alle stroefheid van dien.

Lidy Jacobs, Waiting Figure, 2013
Wat is dan de toekomst? De kunst is als water, die vindt haar weg wel. Maar voor het museum als instituut geldt eerder het omgekeerde. Dat wordt steeds meer een in zichzelf gekeerd bastion waar de wereld langs doorstroomt.
Grote musea als het Rijks of het Stedelijk kunnen zich op een internationaal publiek richten en hebben nog middelen en mogelijkheden. De subtop heeft het al veel lastiger, om over de regionale instellingen maar te zwijgen. Wie niet naar het redmiddel van de blockbusters wil of kan grijpen en ook niet de kunst in de uitverkoop wil doen, lijkt voor een bijna onmogelijk opgave te staan.