
Lee Kit, 38 is de kunstenaar, geboren in Hong Kong en woonachtig in Taipei. Met een groot artikel in Parkett én een dubbelexpositie in het Walker Art Center in Minneapolis en het S.M.A.K. in Gent staat hij deze zomer vol in de belangstelling. En terecht, in Gent kun je zien waarom.
Op de terugweg drong zich één vraag vooral op: was het de tentoonstelling als geheel of waren het de werken afzonderlijk? Lee’s beeldtaal is licht en verfijnd, op momenten heel indringend maar soms ook ondoorgrondelijk. Neem zijn fixatie op handen. In allerlei werken komen ze voor, bewegend of bevroren in een gebaar. Soms ook indirect, bijvoorbeeld in werken waarin het over handcrême gaat. Ook al zoiets, Nivea!
Handen staan voor verbinding maar ook voor een gebarentaal die grenzen overschrijdt en uit ons collectieve bewustzijn put. Al kijkend en associërend kom je een heel eind en toch, je houdt het gevoel dat het hier om iets heel persoonlijks gaat, iets dat toch vooral met de bijzondere culturele achtergrond van de kunstenaar te maken heeft – Nivea in China? -, of anders wel met zijn intieme leven. Hoe dan ook: iets waar je buiten staat.

Dat je dat niet als een belemmering ervaart komt omdat je al binnen was. Dit is het punt waar alles om draait: over het spel dat Lee met binnen en buiten speelt, de wijze waarop hij beelden projecteert in de ervaringsruimte van het individu. Dit is het moment ook dat Johannes Vermeer in beeld komt, de favoriete schilder van Lee en de kunstenaar die hem op het goede spoor heeft gezet.
Een Chinees in de ban van Vermeer, het zal meer voorkomen. Waar het bij Lee Kit om gaat is echter dat hij Vermeer niet alleen bewondert maar ook lééft. Zoals de Hollandse meester het in de zeventiende eeuw deed, zo doet hij nu: al schilderend een plek voor jezelf afbakenen en middels kunst positie nemen in de wereld. Of ook: het leven inrichten rond de intimiteit van het dagelijkse bestaan en de kunst inbrengen om dit uit te vergroten tot een tijdloos, bovenpersoonlijk beeld.
De tentoonstelling in Gent maakt voelbaar wat dit kan betekenen. Je komt binnen in een huiselijk interieur. Het gedempte licht dat door de half afgedekte vensters naar binnen valt, de stukken vloerbedekking die, nauwkeurig gearrangeerd, her en der zijn neergelegd, de schemerlamp in het hart van de ruimte, de blauw getinte muren, uit alles spreekt dezelfde verstilde intimiteit die we ook van de schilderijen van Vermeer kennen. Alleen, nu niet als object van waarneming maar als ruimte van beleving, niet geprojecteerd op een vervlogen tijd maar overgeheveld naar de realiteit van nu.
Niet dat daarmee alles is gezegd, zeker niet. Lee’s werk mag dan alle mogelijke verwijzingen bevatten – behalve naar Vermeer met name ook naar Kafka -, uiteindelijk gaat het toch vooral om Lee zelf, om zijn persoon en zijn verbeeldingswereld. Om een kunst waar je niet zomaar binnen komt maar die des te fascinerender is omdat ze vreemd en ver maar evengoed dichtbij en invoelbaar is.
Lee Kit, A Small Sound in Your Head, S.M.A.K. Gent, tot 4 september