
Als een van dé wereldpodia voor hedendaagse kunst houdt het Palais de Tokyo in Parijs de vinger aan de pols van de tijd. L’État du ciel is een reeks van presentaties waarvan het eerste deel half februari opende en waar in de loop van het jaar nog twee andere op zullen volgen. Met onder andere ook een nieuwe installatie van Thomas Hirschhorn.
Zoals gebruikelijk zijn de begeleidende teksten geschreven in de typische taal waarmee curatoren zich vooral tot elkaar lijken te richten. Niets van aantrekken, maar toch even: ‘De tentoonstelling getuigt van de aandacht die kunstenaars, schrijvers en filosofen schenken aan de fysieke, morele en politieke omstandigheden van onze wereld’. Pretentieuzer, vager en vrijblijvender kan haast niet.
Des te verrassender om te constateren dat uit dit thema – dat helemaal geen thema is – een sprankelende show is voortgekomen die rijke voeding levert voor oog én geest. Met als hoogtepunt de giga-installatie van Georges Didi-Huberman (1953, Frankrijk, filosoof en kunsthistoricus) en Arno Gisinger (Oostenrijk, 1964, fotograaf) getiteld Nouvelles histoires de fantômes. Een kunstwerk dat een groot aantal voorstellingen van menselijk lijden, uit allerlei werelden en tijden, bij elkaar brengt. Alleen al vanwege het technische spektakel een reis naar Parijs waard. Zoiets krijg je in Nederland nooit te zien.
Stel je voor: een grote hal met over het hele plafond een grid met een enorme batterij beamers die allemaal beelden op de vloer projecteren. Van vroeger tot nu, van ver weg tot dichtbij. Middeleeuwse miniaturen met scènes van Christus’ lijden, de oorlogsetsen van Goya, maar vooral ook veel filmfragmenten, overal vandaan, van India tot Zuid-Amerika, allemaal direct herkenbaar als verbeeldingen van het grote lijdensverhaal van de mens.

Langs de wand een loopbrug van waaraf je dit alles op afstand, als een gigantisch mozaïek kunt bekijken. In het achterste deel van de hal, voorbij de bocht, daal je af en loop je terug. Nu je weg zoekend tussen de projecties op de vloer.
Een tentoonstelling kun je het moeilijk noemen, eerder een totale onderdompeling in beelden. De manier waarop deze je worden aangereikt maakt dat je er in een heel nieuwe verhouding mee komt te staan. Je ervaart ze directer, fysieker, intuïtiever. Zonder op elk afzonderlijk in te kunnen gaan – onmogelijk gemaakt door de wijze waarop ze zijn gepresenteerd – begrijp je ze beter, heb je het gevoel dieper in hun betekenis door te dringen. Het is alsof het thema uit zijn specifieke verschijningsvorm is bevrijd en daarmee tot tastbare substantie is gemaakt.
Nog iets dat deze presentatie zo interessant maakt. Ze schept een beeld van een platte, gefragmenteerde wereld. Er is geen orde, geen richting, geen hiërarchie. Alleen een oneindig complex, voortdurend veranderend patroon. Helemaal de wereld van nu.
Georges Didi-Huberman en Arno Gisinger raken met hun werk aan fundamentele vragen. Hoe halen we een werkelijkheid die in scherven uit elkaar is gevallen weer dichterbij? Hoe kunnen we gericht aan de slag met een wereld die in zijn oneindige complexiteit definitief aan onze greep ontsnap lijkt?
Wie zich in hun werk laat meevoeren ervaart dat antwoorden veel dichterbij liggen dan we denken. Op naar Parijs!
L’État du ciel, deel 1, Palais de Tokyo, Parijs, tot eind 2014