
Ilya Kabakov, Het toilet, 1992
We leerden Ilya Kabakov kennen op de Documenta van 1992. Hier bouwde de kunstenaar op de achterplaats van het Fridericianum een openbaar toilet uit Rusland na dat hij inrichtte als woning.
De toen 60-jarige Kabakov was een paar jaar daarvoor naar het westen verhuisd en kwam meteen vol in de spotlights te staan. Het waren de jaren van de perestrojka maar ook van het failliet van het Sovjet-communisme. In het westen – en zeker in Amerika – was er grote belangstelling voor kunst die hier kond van deed. Liefst een op een. En dat was precies waar Kabakov’s werk in voorzag: nagebouwde fragmenten van een werkelijkheid die zó bizar was dat het haast vanzelf kunst werd.

Ilya Kabakov, De man die de ruimte in vloog vanuit zijn kamer, 1985
Een van de meest tot de verbeelding sprekende werken op de tentoonstelling Lissitzky – Kabakov die afgelopen zaterdag werd geopend in het Van Abbemuseum, is een installatie die Ilya Kabakov 1985 ontwierp. Het is de kamer van een wanhopige Sovjet-burger die zichzelf met behulp van een katapultachtige constructie dwars door het plafond de hemel in schoot. Realistisch en absurd tegelijk. Maar ook menselijk en tragisch.

Maar het werk heeft meer lagen en die zie je vooral dankzij de tentoonstelling. De man die zichzelf bevrijdt van een beklemmende wereld is ook de mens die naar de sterren reikt. Hoorde dit niet altijd al bij het beeld dat de Sovjet-unie van zichzelf schiep? De kosmos als metafoor voor het geloof in een nieuwe mens en een nieuwe wereld. Een beeld dat later ook nog eens concrete invulling vond in de technologische strijd met het westen om de verovering van de ruimte.
Op dit punt komt El Lissitzky in beeld. Een groot deel van de collectie die het Van Abbemuseum van zijn werk bewaart is weer van stal gehaald. We kennen ze allemaal al van eerdere presentaties, de tekeningen, sculpturen en maquettes waarmee de kunstenaar zich kort na 1917 in dienst stelde van de revolutie. Het zijn nog altijd dezelfde abstracte, heel knappe maar vaak ook nogal retorische werken. Met grote gebaren en veel dynamiek.

Het mooie van de tentoonstelling is dat we worden uitgenodigd om met nieuwe ogen te kijken. Ilya Kabakov is de gastheer die Lissitzky grootmoedig omhelst en tot mens maakt. En dat werkt! Heel verrassend.
Wat – op mij althans – altijd als nogal ongenaakbaar overkwam wordt brozer, poëtischer. Het werk van Lissitzky verbeeldt dan wel een collectieve droom, opeens ervaar je hoezeer het tegelijkertijd een persoonlijke zoektocht was. Van een groot kunstenaar die zijn kwetsbaarheid toonde door zich aan een ideaal te verbinden.
Tussen Lissitzky en Kabakov in ligt de periode van Stalin. De tijd waarin het communisme tot een karikatuur werd en zowel de kunst als de mens het slachtoffer werden van een niets ontziende staatsterreur. Lopend over de rode loper die de fraai ingerichte tentoonstelling in tweeën deelt switch je – óver deze periode heen – voortdurend tussen vroege en late twintigste eeuw, tussen hoop en desillusie, idealisme en realisme, metafysische hoogte en menselijke nabijheid. Om al kijkend te ervaren dat de geschiedenis zich niet zomaar laat duiden maar intussen wel dichterbij dan ooit is gekomen.
Lissitzky – Kabakov, Utopie en werkelijkheid, Van Abbemuseum Eindhoven, tot 28 april