
Femmy Otten, If you were coming in the fall, 2012
Femmy Otten is de winnaar van de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2013. De krant wijdde gisteren liefst drie pagina’s aan de kunstenaar. ‘Scherp en schmierend’ stond er boven het hoofdartikel. De loftuitingen logen er niet om. Een kunstenaar die de liefde bedrijft met haar materiaal, dit is fijnschilderen met verf, hout en gips. “Het ambacht is weer helemaal terug”, voegde de kunstenaar er zelf aan toe, “net als schoonheid”.

Chaim van Luit, Zonder titel, 2012
Chaim van Luit was ook genomineerd maar heeft dus niet gewonnen. Vorige zomer zag ik voor het eerst werk van hem. Vooral de video met de fiets maakte meteen indruk. Een allereenvoudigst filmpje met allereenvoudigste middelen tot stand gekomen. Een op het stuur gemonteerde camera gericht op de voorband, een paar plassen rood, geel en blauw op de vloer van het atelier en rijden maar.
Zou hij niet gewonnen hebben omdat zijn werk ambachtelijk gezien niets voorstelt? Als je afgaat op het artikel over Femmy Otten moet je vrezen van wel. Daar gaat het immers over vrijwel niets anders dan hoe knap het wel niet is gemaakt. Daar is op zichzelf helemaal niets op tegen, maar tegelijkertijd: het is een garantie voor niks.
De vraag komt telkens weer terug: waarin zit ‘m de kwaliteit van kunst? En daar is maar één antwoord op: het is de kracht van het beeld, dommie! Als daar een hoop gepiel en gepruts bij komt kijken, prima! Maar draai de rollen vooral niet om. Voor je het weet gaat het over van alles, behalve over kunst.
Afgaande op wat ik van haar werk zie lijkt Femmy Otten me een geestrijk kunstenaar die niet uit een vaatje tapt. Die prijs is helemaal oké. Wat niet wegneemt dat ik hoop dat het de volgende keer weer iemand als Chaim van Luit wordt.
Het werk van Femmy Otten en de andere genomineerden is te zien in het Stedelijk Museum Schiedam, tot 16 juni.