In alle andere ramen van de kerk overheerst een diep ultramarijnblauw. Hier is het kobalt, een licht en helder blauw, in sterk contrast met het rood ernaast dat het beeld van Maria en Christus in zijn eigen ruimte afzondert. Kijk ook naar de details. Maria is gekroond als de Koningin van de hemel, de status waar ook het blauw van haar kleed en haar nimbus naar verwijst. Op haar schoot zit Christus in de gedaante van een mini-volwassene. Hij verschijnt hier als de Goddelijke Heerser die ons met het spreekgebaar en het boek in de hand onderricht. Links en rechts engelen die Moeder en Zoon bewieroken en bijlichten.

Notre-Dame de la Belle Verrière heet het werk, geroemd en geëerd als een van de mooiste glas-in-lood-vensters überhaupt. Een reputatie die extra glans ontleent aan de wonderbaarlijke redding uit de brand van 1194. Deze legde vrijwel de gehele kathedraal van Chartres in de as, maar spaarde uitgerekend dit fragment met de mooiste afbeelding van de patrones van de kerk.
Vensters uit de dertiende eeuw zijn er veel, twaalfde-eeuwse zijn zeldzaam, zeker van deze kwaliteit. Het beroemde venster van Chartres verenigt daarbij het beste van twee werelden. Maria is verheven en mooi tegelijk. In haar innemendheid markeert ze de overgang naar de gotiek, de stijlfase waarin de kunst de opdracht krijgt tijdloze geloofswaarheden te verbinden met de realiteit van de menselijke ervaringswereld. Tegelijkertijd is ze nog helemaal een symbolische constructie. Maria is de Zetel der Wijsheid, de goddelijke wijsheid wel te verstaan, hier verbeeld door Christus als de jonge, baardloze leraar.
Er wordt hard gewerkt in Chartres. Afgaande op de eerste resultaten zal de kathedraal over enkele jaren tot een spectaculaire, lichte ruimte zijn getransformeerd. Ook de Notre-Dame de la Belle Verrière zal dan wellicht weer een heel nieuw gezicht laten zien.