
nul = 0: geen titel waar je meteen opgewonden van raakt, integendeel. Daarbij komt dat het bij velen van ons geen enkel belletje meer doet rinkelen. nul? Hoezo?
Maar ook bij degenen die wel weten waar het om gaat zal het hart niet meteen sneller gaan kloppen. nul-kunst is nauwelijks sexy of spectaculair, inmiddels al een halve eeuw oud en, voorzover überhaupt nog geëxposeerd, vergeeld en stoffig.
Allemaal heel begrijpelijk maar allemaal ook redenen om juist wel de reis naar het Stedelijk Museum in Schiedam te ondernemen. Om daar te constateren dat deze oordelen ongegrond zijn en dat een goede tentoonstelling in staat is om ons met nieuwe ogen te laten kijken. nul staat voor een van de opwindendste perioden in de geschiedenis van de Nederlandse kunst. Niet zomaar een stroming, maar niets minder dan een poging om helemaal opnieuw te beginnen en definitief een streep te zetten onder een lange en oude geschiedenis.
Dankzij de tentoonstelling in Schiedam kunnen we weer de euforie en de verwachting ervaren die hiermee gepaard ging. De opwinding die de kunstenaars – Armando, Henk Peeters, Jan Schoonhoven, Jan Hendrikse – gevoeld moeten hebben bij hun eerste verkenningen van een nog volledig onontgonnen terrein.

De werken zijn van alle stof ontdaan, een aantal is weer nieuw gerealiseerd. Maar het genoegen zit ‘m vooral ook in de verhelderende, mooie presentatie. Iedere zaal opent een nieuw hoofdstuk, telkens weer met een fraaie samenspraak van krachtige werken. Tegen het einde van het parcours wordt Nul in internationale perspectief geplaatst en krijgen we werk te zien van Yves Klein, Günther Uecker en de kunstenaars van de Gutai-groep uit Japan. En ook dan blijft de sprankeling intact.
Wie een reden zoekt om ooit de reis naar Schiedam te ondernemen: een betere zal er niet gauw komen.
nul = 0, Stedelijk Museum Schiedam, t/m 22 januari