
Henri Matisse, Odalisque, 1920-21
Wij kennen haar nauwelijks meer maar tot ver in de twintigste eeuw was de odalisk een bekende verschijning, althans in de wereld van de kunst. Als de exotische, oosterse schone belichaamde ze een fascinerend beeld van de vrouw: ongrijpbaar en begeerlijk, verheven en sensueel en mét heel haar uitgesproken erotiek, onschuldig en puur. Van de multiculturele samenleving had nog niemand gehoord, de wereld was groot en alles wat niet-westers was had bij voorbaat een aura van onbedorvenheid. Wij waren met ons rationeel bewustzijn vervreemd van de natuur, zij waren er een mee. Wij waren gecorrumpeerd door lust en begeerte, zij leefden naar eeuwenoude regels en tradities. Met name de islamitische wereld sprak tot de verbeelding. Dichtbij en mysterieus tegelijk, doortrokken van een rauwe zinnelijkheid, maar ook verfijnd en sensueel. Het oriëntalisme, een brede tendens die vanaf de vroege negentiende eeuw mét de moderne wereld opkwam, bracht het allemaal naar voren, met de odalisk als dé icoon.

Pablo Picasso, Femme nue devant le jardin
‘Matisse liet me zijn odalisken na’ was de opmerking waarmee Picasso zijn grote rivaal herdacht. Niet lang na diens overlijden schilderde hij Femme nue devant le jardin, een sterk werk uit zijn late oeuvre, een topstuk ook uit de collectie van het Stedelijk. Met het doek sloot de schilder een traditie af waarvan hij en Matisse de laatste grote exponenten waren.



Eugène Delacroix, Femmes d’ Algers, 1834 / Dominique Ingres, La Grande Odalisque, 1814 / Gustave Courbet, Le sommeil, 1866
en vitaliteit werd ingeblazen. Delacroix deed het met kleur en Ingres met lijn, Courbet zocht het vooral in de verfhuid en de zuivere plastiek. In het begin van de twintigste eeuw sloten Matisse en Picasso hierbij aan met een kunst die louter nog ging over haar eigen taal. Een kunst die zuiver vorm en kleur was maar die evengoed nog wel een onderwerp nodig had, liefst een dat zo dicht mogelijk bij haar eigen wezen lag. Een stilleven met vruchten bijvoorbeeld, een rijk aangekleed interieur, óf de odalisk dus, het onderwerp dat zo’n beetje alles waar schilderkunst over gaat in zich verenigt.
Matisse’ Odalisk uit de collectie van het Stedelijk is er een heel mooi voorbeeld van. Het exotische model is een ideaal motief. Alles wat zij aan sensaties oproept valt samen met wat uit de kleuren en de penseelstreken spreekt. Dezelfde rust en warmte, dezelfde nabijheid, de huid, zelfs de geur: vrouw en doek zijn één. Verenigd in een beeld dat staat voor een bestaan dat is bevrijd van alle last, dat wars is van elk vertoon, één met zijn oorsprong en volkomen natuurlijk aan zichzelf is gewijd.
Matisse in het Stedelijk is de titel van de inleidende lezing die ik bij de tentoonstelling De oase van Matisse geef. Klik op onderstaande links voor aanmelding:
Eindhoven, Van Abbemuseum, zondag 19 april, 14.00 – 16.00 (nog maar enkele plaatsen beschikbaar!)
Den Haag, Gemeentemuseum, zondag 26 april, 11.00 – 13.00
Maastricht, Zuyd Hogeschool, woensdag 29 april (i.s.m. HOVO Zuyd), 11.00 – 13.00