Zeven eeuwen geleden beklom de Italiaanse dichter Petrarca de Mont Ventoux. De brief die hij over deze wandeling schreef is een mijlpaal in onze geschiedenis. Niet alleen vanwege de beschrijving van het landschap en de berg maar vooral ook omdat voor het eerst een modern individu in beeld komt. Petrarca gebruikt de natuur als spiegel van het gemoed en schept een indringend beeld van het naakte bestaan.

Gisteren berichtte het nieuws in Nederland van sneeuw in Lyon – op 5 mei wel te verstaan. Iets verder naar het zuiden waren ook de flanken van de Mont Ventoux wit gekleurd. Ik reed met de auto de berg op en passeerde in het barre weer enkele fietsers. De sneeuw leek hen alleen maar vastberadener te maken, de in wolken gehulde top als hun onzichtbare maar enige doel.
Zoals bij veel legendarische teksten is er ook bij de beroemde brief gerede twijfel aan de authenticiteit ervan. Zeer waarschijnlijk schreef Petrarca hem pas jaren na zijn verblijf in Zuid-Frankrijk. Een constructie achteraf dus, maar wat verwacht je van een schrijver die, zoals hij het zelf uitlegt elk middel geoorloofd vindt om zijn lezers bij zijn zielenroerselen te betrekken? Want dat is precies wat hij doet. De berg en de wandeling dienen maar één doel: een kader te scheppen voor een van twijfel vervulde, melancholieke bespiegeling van zijn bestaan. Gaandeweg wordt de berg het leven zelf en word je als lezer meegevoerd in een beschouwing die verrassend tijdloos en dus ook modern is. En dat de brief pas veel later geschreven is en misschien wel een fictieve gebeurtenis beschrijft? Wat doet het ertoe? Het is gedacht en dus waar.