Art Update


Op zoek naar Aad de Haas

Aad de Haas, De spijbelaar, 1956, Bernardinuscollege Heerlen

Aad de Haas, De spijbelaar, 1956, Bernardinuscollege Heerlen

Hartverwarmend, maar ook indringend én mooi. Een hele dag met Aad de Haas is zonder meer een ervaring. Wie echt wil weten waarom moet de volgende keer maar meegaan. Op vrijdag 26 september staat de tweede Tour d’Aad gepland, wie weet komt er ook nog een derde.
Eerst naar het Bernadinuscollege in Heerlen, met onder andere De spijbelaar uit 1956 – prachtig! -, dan naar de laatste werken in de kapel van Vijverdal in Maastricht, begin van de middag het hoogtepunt: de roemruchte schilderingen in het kerkje van Wahlwiller, en afsluitend de vrijwel onbekende maar geweldige kruiswegstaties voor de kapel van het Sint-Jozefziekenhuis in Heerlen. Dat alles met als groot scharnier het nog altijd verbijsterende verhaal van een kunstenaar die, nadat hij al in 1943 vanwege zijn werk door de Duitsers was vastgezet, rond 1950 in Limburg moest meemaken hoe zijn werk opnieuw als ‘entartet’ werd weggezet, nu door het kerkelijke gezag.

Een mooi, melancholiek moment was het bezoek aan kasteel Strijthagen, het vorstelijke onderkomen waar de kunstenaar een groot deel van zijn leven woonde en werkte. Als enig spoor van dit verblijf is in een van de kamers de geschilderde cartouche met een gestroopte haas te zien, het ironische wapen van de nieuwe, armlastige kasteelheer.
Het complex lag er verlaten bij. De scheefgezakte rentmeesterswoning, krachteloos aanschurkend tegen het hoofdgebouw, leek de moed al te hebben opgegeven. De gedachte drong zich vanzelf op: is het met het werk van de laatste bewoner van dit complex niet net zo gesteld? Wie heeft er nog belangstelling voor? Ja, de mensen met wie ik op stap was wel, maar verder? En ook: waar zou je het geld vandaan moeten halen om het te onderhouden? Is het met kunstenaars als Aad de Haas niet hetzelfde als met al die kastelen, kloosters en kerken. Ieder dorp of gehucht heeft er wel een, verweesd en verlaten. In de steden zijn het tientallen. Wordt de last van dat erfgoed niet te groot?
Gelukkig, de vergelijking gaat mank waar de kunst triomfeert. Het zou me niet verbazen als Aad de Haas in de nabije toekomst herontdekt wordt en een nieuw leven krijgt in een wereld die net als de zijne op zoek is naar een mogelijk nieuwe betekenis.

Tour d’Aad, vrijdag 26 september, Schunck, Heerlen