
L’Arlésienne (Portrait de Lee Miller), 1937 / Portrait de Nusch Élouard, 1937 / Tête de femme au chapeau (Marie-Thérèse), 1939
6x Picasso komt eraan, 13 maart gaan we van start. Als het om de inschrijvingen gaat is de cursus nu al een succes.
Intussen ben ik bezig met het laatste hoofdstuk van het lesboek. En zoals dat gaat met een rijk en veelzijdig onderwerp als dit: je begint eraan en gaandeweg raak je er steeds meer van in de ban. Telkens weer openbaren zich nieuwe lagen en perspectieven. Terwijl je dacht dat je toch al heel wat van het onderwerp af wist.
Maar hoe lang is het niet geleden dat we ons echt met de schilder bezighielden? Wat ik ook merk is dat de afstand in tijd een hele nieuwe kijk met zich mee heeft gebracht. Waar in de twintigste eeuw het verhaal van Picasso primair werd beschreven als een artistieke zoektocht, is er nu veel meer aandacht voor het persoonlijke leven van de kunstenaar. En daarbinnen weer voor met name de rol en de betekenis van erotiek en liefde.

La femme qui pleure (Dora), 1937 / Portrait de femme (Dora), 1940 / Tête de femme (Dora), 1940
Mijn lesboek nadert inmiddels de 100 pagina’s. De zes lessen zijn ingedeeld naar de belangrijkste perioden in het werk en het leven van de kunstenaar. We beginnen in de bloei van zijn carrière, gaan daarna terug in de tijd en eindigen met de grootse finale. Daarbinnen zijn er thematisch hoofdstukken met uiteenlopende onderwerpen als: Picasso érotique, La mirada fuerte, L’amour fou, De flaneur en de bohémien, Guernica. Met andere woorden: telkens is er weer aanleiding om het oeuvre als geheel in een nieuw perspectief te plaatsen. Bovendien dient het verhaal van Picasso als raamwerk voor een geschiedenis van de kunst en de cultuur van de twintigste eeuw. Was hij niet de chroniqueur bij uitstek van deze dramatische eeuw?
Hij vervulde deze rol als de schilder die op onnavolgbare wijze de schoonheid, de dramatiek én de absurditeit van het het bestaan in zijn werk wist te verenigen. Een even indringende als overtuigende proeve hiervan vormt de prachtige reeks vrouwenportretten die hij in de periode 1936 – 1944 schilderde, met name de koppen waarvoor Dora Maar model stond. Beginnend bij het uitbreken van de Spaanse burgeroorlog en eindigend in de donkerste dagen van de Tweede Wereldoorlog. De oorlog zelf komt nergens in beeld maar nooit was de tragiek ervan sterker voelbaar.
6x Picasso, Ko van Dun, vanaf 13 maart, Van Abbemuseum, Bonnefantenmuseum