
Henri Matisse, Henri, La Blouse roumaine, 1940 / Pablo Picasso,Tête de femme (Dora), 1940
Gisteren DWDD gezien? Met Jasper Krabbé over de tentoonstelling van Matisse in het Stedelijk. Valt heel veel over te zeggen en te zeuren – wat klopte er eigenlijk wél? – maar één ding toch vooral: de opmerking dat Matisse de allergrootste zou zijn en niet Picasso. Een bij voorbaat onzinnige uitspraak die niettemin om een reactie vraagt.
Wat maakt een kunstenaar groot? Is het zijn vakmanschap of komt er meer bij kijken?
Dat de écht groten over uitzonderlijke talenten beschikken is waar. Van Gogh, Rembrandt, Vermeer, ze hebben allemaal iets dat je bij niemand anders in die kwaliteit tegenkomt. Gevoel voor kleur, voor textuur, voor licht en ruimte, dat soort dingen. Voor Matisse geldt dit ook. Geen groter colorist dan hij, geen groter tekenaar ook. Alleen die combinatie al maakt zijn werk uniek. Over zijn geweldige kwaliteiten als arrangeur en componist hebben we het dan nog niet eens gehad. Wat hem ook onderscheidt is dat hij als geen ander voor een autonome kunst stond. Matisse was dé belichaming van het ‘l’art pour l’art’. Toen Europa brandde en in één groot knekelhuis veranderde, schilderde hij in Nice, bijna letterlijk met de rug naar de wereld, een aantal van zijn beroemdste doeken: La Blouse romaine of Nature morte au magnolia, werken van een ongeëvenaarde zeggingskracht en verfijning, iconen van de westerse kunstgeschiedenis, dé belichaming van alles wat La Belle Peinture door de eeuwen heen als ideaal heeft ontwikkelt. Niet voor niets werd hij na de oorlog in Frankrijk bejubeld als de kunstenaar die in de donkere jaren van de bezetting fier de tricolor hoog hield.
Picasso schilderde Guernica. En in het verlengde daarvan die geweldige reeks portretten van vrouwen. Intens huilend, met verwrongen koppen, vaak ook ronduit lelijk, je met holle ogen aankijkend en in grauwe kleuren getuigend van de absurditeit van het bestaan.
Pure schoonheid tegenover menselijk drama, hoe zou je dat kunnen vergelijken?
Twee schilderijen uit 1940 ter illustratie.
Binnenkort zal ik trouwens een aparte inleiding geven bij de Matisse in het Stedelijk. Bij voorbaat een geweldige tentoonstelling. Ik moet nog even kijken waar en wanneer precies. Nader bericht volgt.
De oase van Matisse, Stedelijk Museum Amsterdam, vanaf 27 maart tot 16 augustus