Art Update


Robert Hughes 1938-2012

 

Dat Robert Hughes naam maakte als een van de belangrijkste kunstcritici van onze tijd neemt niet weg dat hij in de eerste plaats een schrijver was.
Een in alle opzichten imposante figuur. Met zijn ouderwets mannelijke voorkomen, zijn borstelige wenkbrauwen, zijn diepe stem, zijn even scherpe als geestrijke pen en vooral met het gewicht van zijn eruditie en intelligentie. Zijn overlijden bracht afgelopen week menige pen in beweging.
Robert Hughes hield van kunst, maar dan wel alleen als het geschilderd of gebeeldhouwd was. Vanaf pakweg Andy Warhol haakte hij af. Met als gevolg dat hij in de lange jaren van zijn carrière als criticus werd omringd door kunst waar hij weinig of niets mee op had. Die hij dan ook grotendeels negeerde of, als hij er wel over schreef, steevast ontmaskerde als bedrog.
De reden waarom hij dit een leven lang volhield is simpel: geen betere brandstof voor je schrijverschap dan diepgevoelde bewondering of juist afkeer. De kunst voorzag Hughes in beide.
Robert Hughes was een wat norse romanticus die zijn eigen bestaan spiegelde aan dat van de grote kunstenaars en schrijvers van de negentiende en de twintigste eeuw. Zijn verhaal was dat van de moderne westerse wereld, dat hij neerzette als een heroïsch avontuur, een mythische Werdegang, tragisch en groots tegelijk.
Tegenover zijn eigen tijd stond hij uiterst kritisch. Zijn leven lang is hij het blijven herhalen: laat je toch niet bedonderen! Nooit liet hij na om te onderstrepen dat veel kunstenaars hun succes vooral aan hun publicitaire talenten hadden te danken. Want dat moest je poseurs als Warhol en Schnabel nageven: ze wisten heel goed hoe je de markt moest bespelen. Om over Jeff Koons en Damien Hirst nog maar te zwijgen.
En telkens weer kwam hij daarbij aanzetten met zijn eigen idolen. Sean Scully of Howard Hodgkin, eigentijdse schilders die, dwars tegen de heersende conceptuele tendensen in, trouw bleven aan het métier.
Robert Hughes leefde in een andere tijd en dat zal hij zelf ook wel hebben geweten. Alom werd hij bejubeld als de grote kunstcriticus maar dan wel door een publiek dat zijn scepsis bij voorbaat deelde.
In de kunstwereld namen maar weinigen hem echt serieus. De schrijver Hughes zal het waarschijnlijk worst zijn geweest.