
Gisteren op het journaal berichtte Marieke de Vries vanuit Peking over de herdenking van de studentenopstand op het Tienamenplein. China doet haar uiterste best om het gebeuren dood te zwijgen, de rest van de wereld besteedt er uiteraard wel aandacht aan.
Vandaag 4 juni is het precies vijfentwintig jaar geleden dat tanks over de demonstranten heen walsten en de soldaten een bloedbad aanrichtten.
Dé icoon waarmee de gebeurtenissen voor eeuwig zijn vastgelegd is het ijzig serene beeld van de Tank Man, de man die in zijn alledaagse kloffie, met een plastic zak in zijn hand, de tanks tot stoppen dwong.
Marieke de Vries sprak uitgebreid over de foto maar gaf daarbij op twee cruciale punten foute informatie. Over de man zelf, die zij een student noemde maar waarvan in feite niemand weet wie hij is, wat hij hier had te zoeken of waar hij is gebleven. En over het moment van de opname, die niet zoals Marieke suggereerde vlak vóór maar daags ná het bloedbad is genomen, toen het leger de tanks in een bizarre polonaise door de straten rond het plein liet paraderen.
Moeten deze fouten gecorrigeerd worden?
Zelfs nu je als lezer weet dat Marieke de feiten heeft verdraaid, blijft haar verhaal intact. Simpelweg omdat dit de voorstelling van zaken is die het beste aansluit bij het beeld. De tanks kwamen Peking binnen rijden. Een van de studenten probeerde ze nog te stoppen. Leek daar zelfs even in te slagen maar moest uiteindelijk zijn strijd staken. Waarna de geweldsorgie losbarstte.
Het antwoord is: nee dus, feiten doen minder ter zake. Om niet te verdrinken in de alsmaar aanzwellende stroom van kennis en informatie is de reddingsboei van het beeld onontbeerlijk. En een sterk beeld schept zijn eigen werkelijkheid. Zoals ook dat van de Tank Man. Alles klopt, alle spelers zijn vertegenwoordigd, alle relevante informatie is erin samenbald en de verbeelding wordt optimaal geprikkeld.
Zou Marieke de juiste feiten hebben gekend? Wellicht wel. Alleen, ze was teveel vakvrouw om deze tussenbeide te laten komen.