De naam Tanya Bonakdar zal niet bij iedereen een belletje doen rinkelen. Maar dat zegt meer over ons dan over de galerie. Het is met de kunst net zo als met de politiek of het voetbal: heel aardig wat er allemaal in Nederland gebeurt, maar internationaal telt het nauwelijks mee. Of we daarover moeten inzitten is een tweede maar het betekent dus wel dat de Nederlandse markt voor de grote internationale galeries nauwelijks interessant is en dat deze daarom ook nooit op onze kunstbeurzen zijn vertegenwoordigd. En wij dus ook nooit van Tanya Bonakdar Gallery gehoord hebben, terwijl deze toch echt een van de grote spelers is met een enorme expositieruimte over twee verdiepingen in het New Yorkse Meatpacking District. De Duits-Amerikaanse fotografe Uta Barth toont hier haar nieuwste werk.

Ze mag dan haar sporen ruim verdiend hebben – zeker in het Amerikaanse circuit – en geëerd zijn met een monografie in de beroemde Phaidon-reeks, voor mij blijft ze toch vooral een kunstenaar die het van mooie plaatjes moet hebben. Goed gemaakte mooie plaatjes, dat wel, maar doen we het daarvoor?
Het probleem met Uta Barth is hetzelfde als met zoveel andere kunstenaars die het tot het Meatpacking District geschopt hebben. Wie eenmaal in een grote galerie in deze nieuwe New Yorkse kunstwijk terecht is gekomen heeft zijn bestemming wel zo’n beetje bereikt. Vasthouden aan de succesformule is dan wel het devies.
Dit is de plek waar alle lijnen samenkomen, waar de grote musea, de galeries en de uitgevers elkaar ontmoeten. Het Whitney Museum staat op het punt hier een groot nieuw filiaal te bouwen, dat zegt genoeg. De plek ook waar het geld verdiend wordt en daar is natuurlijk niets op tegen. Wel is het zo dat degenen die het geld moeten leveren zich bij gebrek aan visie voor een belangrijk deel laten leiden door naam of status of andere zaken die weinig met kunst te maken hebben. En daar zit natuurlijk toch de crux.

Uta Barth, 2010, …to walk without destination and to see only to see (Untitled 10.6)
Maar maakt dit Uta Barth dan tot een mindere kunstenaar? Nee, op zich natuurlijk niet. Wat niet wegneemt dat ze de perfecte kunst voor deze wereld levert: verfijnd van concept, fraai van uitvoering en op imposant formaat. Triple-A-kunst zal ik maar zeggen, maar desalniettemin kunst die wat mij betreft lijdt aan een ernstige vorm van bloedarmoede. Mooi en poëtisch maar gespeend van elke noodzaak of urgentie. En héél duur.